Toestel inbouwen en aansluiten
6.5
Toestel op een accu aansluiten
Het toestel maakt gebruik van 12-V-gelijkspanning:
A
LET OP!
Om spannings- en vermogensverlies te vermijden, moet de kabel
zo kort mogelijk zijn en mag de kabel niet onderbroken worden.
Vermijd daarom extra schakelaars, stekkers of verdeeldozen.
➤ Bepaal de nodige kabeldiameter afhankelijk van de kabellengte aan de
hand van afb. 8, pagina 6.
Legenda bij afb. 8, pagina 6
Coördinatenas
l
∅
A
LET OP!
Let bij de aansluiting op de accu op de juiste polariteit.
➤ Controleer voor ingebruikneming van het toestel of de bedrijfsspanning
en de accuspanning overeenkomen (zie typeplaatje).
➤ Sluit uw toestel
– zo direct mogelijk op de polen van de accu aan of
– op een met minstens 15 A beveiligde insteekplaats.
A
LET OP!
Koppel het toestel en andere verbruikers van de accu los voordat
u de accu met een snellader oplaadt.
Overspanningen kunnen de elektronica van de toestellen bescha-
digen.
Voor de veiligheid is het toestel met een elektronische beveiliging tegen ver-
keerd polen uitgerust, die het toestel tegen verkeerd polen bij de accu-
aansluiting en tegen kortsluiting beschermt.
Alleen MR07 en MRR07: Ter bescherming van de accu wordt het toestel
automatisch uitgeschakeld als de spanning niet meer toereikend is (zie
onderstaande tabel).
Uitschakelspanning
Herinschakelspanning
60
CoolMatic MR07, MRR07, MH07
Betekenis
Kabellengte
Kabeldiameter
Eenheid
m
mm²
11,6 V
12,1 V
NL