Door schakelaar "A" met de wijzers van de klok mee te draaien wordt het vriesgedeelte
ingeschakeld. Het groene controlelampje "B" gaat branden en het rode alarmlampje "C"
knippert. Dit lampje wordt pas weer uitgeschakeld als de gewenste temperatuur in de
vrieskast is bereikt.
Het gele lampje "E" gaat branden, als schakelaar "A" op stand "SUPER" wordt gezet,
waardoor de compressor in continu-bedrijf loopt.
Thermostaat "H" regelt het koelgedeelte. Op stand "0" is het koelgedeelte buiten bedrijf.
Door schakelaar "H" met de wijzers van de klok mee te draaien wordt de koelkast inge-
schakeld en gaat het groene controlelampje "G" branden (alleen als thermostaatschake-
laar "A" op een willekeurige stand behalve "0" staat).
De koelkast werkt alleen als het groene controlelampje "B" is ingeschakeld..
SCHAKELPANEEL (afb. 4 – afb. 4b – afb. 13)
Het rode alarmlampje "C" geeft aan dat de temperatuur in de vrieskast niet laag genoeg
is. Dit kan de volgende oorzaken hebben:
- het apparaat werd zojuist in bedrijf gesteld;
- de deur heeft opengestaan;
- er werden nieuwe vriesproducten in de vrieskast gelegd.
In het vriesgedeelte moet altijd een temperatuur heersen van -18°C of lager.
LET OP: Er is geen verband tussen de cijfers op de thermostaatknop (A) en de tempera-
tuuraanduidingen op de vier groene lampjes (D).
BEDIENINGSPANEEL (fig. 12)
Thermostaat (A) bedient het koel- en vriesgedeelte. In positie "0" werken het koel- en het
vriesgedeelte beide niet. Door de thermostaatknop naar rechts te draaien, wordt het
apparaat in werking gesteld en gaat het groene lichtje "B" branden.
BEWAREN
Sommige modellen hebben een bergruimte boven de bovenste schap van de koelkast.
Deze ruimte moet gebruikt worden als een twee sterren compartiment zoals op het appa-
raat vermeld staat. De maximale prestatie wordt bereikt door alle landen te verwijderen,
behalve de onderste.
Het symbool
geeft de mogelijkheid aan dat diepvriesvoedsel langdurig op een
lage temperatuur bewaard kan worden en vers voedsel ingevroren kan worden.
Als de temperatuur konstant blijft, is de bewaartijd ook langer terwijl temperatuurverschil-
len de bewaartijd verminderen.
Wanneer de stroom uitvalt is het beter de deur niet te openen. Gedurende 10-12 uur, kan
het voedsel onveranderd in de vriezer blijven. Mocht de stroomuitval langer duren, dan
moet het voedsel in keukenpapier gewikkeld worden en in een koelkast geplaatst worden
of tenminste in een koele ruimte. In zo'n geval is het raadzaam de levensmiddelen binnen
24 uur te nuttigen of ze te koken en in te vriezen.
VRIEZEN
De maximale prestatie wordt verkregen door alle laden te verwijderen, behalve de
onderste.
Combinatie met schakelpaneel (afb. 2 – afb. 4 – afb. 4b – afb. 13)
Om verse producten in te vriezen, adviseren wij om reeds diepgevroren vriesproducten in
het bewaarvak te leggen.
24 Uur voordat de nieuwe vriesproducten in de vrieskast worden gelegd, gaat u als volgt
te werk:
Schakelpaneel (afb. 4 – afb. 4b)
Activeer de functie snelvriezen door toets "F" gedurende ca. 4 seconden ingedrukt te
47