Als de thermostaat uit staat begint de luchtsensor de
temperatuur in de ruimte te analyseren. Na enkele seconden
treedt de ventilator in werking en, als de Veiligheidstijd bijna
voltooid is, gaat de brander aan. Na het verstrijken van de
Veiligheidstijd, en als de vlam aan is gegaan, is het systeem
in werking getreden. Indien de vlam niet aan is gegaan, zal
de generator automatisch uit gaan. Om het apparaat weer in
werking te stellen, dient men de resetknop in te drukken.
Functioneringsschema:
AANVRAAG
CONTROLE-SENSOR
TS
Indien de sensor een temperatuur hoger dan of gelijk aan >=125
°C opmeet, gaat de brander automatisch uit en het apparaat
wordt geblokkeerd. Vervolgens treedt er een na-ventilatie
in werking. Om het apparaat weer aan te zetten dient de
electronische kaart gereset te worden.
Als de generator zich blokkeert gaat het controlelampje van de
resetknop branden. Kan het apparaat weer in werking gesteld
worden door op de resetknop te drukken.
N.B. Afhankelijk van het type generator kan men de
thermische potentie van de generator reguleren ofwel door
middel van de regulatieknop die zich op de basis van de
generator bevindt, ofwel door midddel van de regulatieknop
(Fig. 3) aan de buitenkant van het apparaat (Fig. 4). Op deze
wijze verkrijgt men de minimale en de maximale potentie
van het apparaat zoals beschreven in de tabel met de
technische gegevens.
-
+
-
+
UITSCHAKELEN
2. Zet de schakelaar van de
ventilator op positie I.
33 kW
Fig. 3
53 kW
73 kW
103 kW
Fig. 4
1. Zet de schakelaar in stand 0.
Fig. 5
De vlam gaatuit en de ventilator blijft werken tot de
verbrandingskamer volledig is afgekoeld.
GEBRUIK IN RUIMTEN WAARIN
ZICH PERMANENT MENSEN OF
DIEREN BEVINDEN
• De generatoren kunnen in alle goed geluchte vertrekken
gebruikt worden, als het percentage van vervuilende stoffen
in die lucht onder de schadelijkheidsgrens voor de gezondheid
ligt.
• Men kan van een "goed gelucht vertrek" spreken als het volume
van dat vertrek (in kubieke meters) minstens 30 keer zo groot is
als het nominale vermogen (in kW) van alle apparaten die in dat
vertrek gebruikt worden, en als een normale luchtcirculatie door
ramen en deuren of permanente openingen gegarandeerd is.
Afmetingen hiervan (in vierkante meter) moeten minstens 0,003
keer zo groot zijn als het nominale vermogen (in kW) van alle
apparaten in dat vertrek.
• Het apparaat dient niet gebruikt te worden voor het permanent
verwarmen van stallen of boerderijen.
GEBRUIK IN RUIMTEN WAARIN
ZICH NIET PERMANENT
MENSEN OF DIEREN BEVINDEN
• Er moeten waarschuwingen worden aangebracht die aangeven
dat men zich niet permanent in dat vertrek dient op te houden.
• De generatoren mogen alleen in droge vertrekken gebruikt
worden, mits men zich ervan verzekerd heeft dat er genoeg
frisse luchttoevoer is (nodig voor de verbranding).
• Er is genoeg lucht aanwezig als het volume in kubieke meters
van het vertrek minstens 10 keer het nominale vermogen (in
kW) heeft van alle apparaten die eventueel in dat vertrek
gebruikt worden.
• Een normale luchtcirculatie moet gegarandeerd zijn door
middel van ramen en deuren.
REINIGING EN ONDERHOUD
Het apparaat dient regelmatig en voordat het wordt opgeborgen
gereinigd te worden.
•
Voordat
er
enige
reparatiewerkzaamheden op het apparaat worden uitgevoerd,
dient het eerst van de netvoeding te worden losgekoppeld.
• Draai de kraan van de gasfl es dicht.
• Voor het onderhoud hoeft u alleen de afvoeropeningen van
de brander schoon te houden, en zonodig het gekalibreerde
terugslagventiel en de fl exibele slang te vervangen.
• Reinig de brander regelmatig als deze in een stoffi ge ruimte
wordt gebruikt.
• Wanneer het apparaat met afstandbediening wordt bediend,
dient u de gasslang en het netsnoer op slijtage te controleren;
als u aan de conditie van deze kabels twijfelt, neemt u contact
op het de klantenservice.
• Na elke servicebeurt dient met behulp van zeepwater te
worden getest of het gascircuit intact is.
2. Draai de gasfl es dicht.
vorm
van
onderhouds
2
NL
Fig. 6
-
of