Inhoud
Illustraties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kenmerken en bedieningen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Assemblage
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiker veiligheid
Symbolen en Waarschuwingen
Het veiligheid waarschuwingssymbool
veiligheidsinformatie te identificeren over gevaren die kunnen
resulteren in persoonlijk letsel. Een signaalwoord (GEVAAR,
WAARSCHUWING, of OPGEPAST) wordt met het
waarschuwingssymbool gebruikt om de waarschijnlijkheid en de
potentiële ernst van het letsel aan te geven. Daarbij kan een
gevarensymbool gebruikt worden om het soort gevaar aan te
geven.
GEVAAR
duidt op een gevaar dat, indien niet
voorkomen, zal resulteren in de dood of ernstig
letsel.
WAARSCHUWING
indien niet voorkomen, kan resulteren in de dood of
ernstig letsel.
OPGEPAST
duidt op een gevaar dat, indien niet
voorkomen, kan resulteren in minder ernstig letsel.
OPGEPAST,
indien gebruikt zonder het waarschu-
wingssymbool, geeft een situatie aan die kan
resulteren in schade aan de machine.
Eigenaar informatie
Ken uw product: Als U de machine begrijpt en hoe deze
werkt, dan krijgt U de beste prestaties. Vergelijk als U dit
handboek leest de afbeeldingen met de machine. Leer de
plaats en werking van de bedieningen. Volg de gebruiksaan-
wijzing en veiligheidsregels om ongelukken te voorkomen.
Bewaar deze instructies voor naslag later.
Verantwoordelijkheden van de eigenaar
WAARSCHUWING: Deze maaimachine kan
voorwerpen wegslingeren. Wanneer de
veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd,
kan dit resulteren in ernstige verwondingen van de
gebruiker of omstanders.
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar
onderstaande instructies op te volgen.
Veilige gebruiksgewoonten
Voor loopmaaiers
I.
Algemeen gebruik
1.
Lees, begrijp en volg alle instructies op de machine in de
gebruiksaanwijzing(en). Maak Uzelf grondig vertrouwd
70
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
wordt gebruikt om
duidt op een gevaar dat,
met de bedieningen en het juiste gebruik van een loop-
maaier voordat U begint.
1
2.
Maak Uzelf vertrouwd met alle veiligheids- en gebruiks-
70
stickers op deze machine en op alle mogelijke aanbouw-
72
werktuigen of accessoires.
72
3.
Plaats geen handen of voeten in de buurt van- of onder
72
draaiende onderdelen.
73
4.
Laat alleen verantwoordelijke personen die bekend zijn
74
met de instructies de loopmaaier gebruiken.
76
77
5.
Inspecteer het gebied waar de maaier gebruikt gaat wor-
den. Uw machine kan kleine voorwerpen met hoge snel-
heid verplaatsen met persoonlijk letsel of beschadiging
van eigendommen als gevolg. Blijf uit de buurt van
breekbare voorwerpen zoals ramen van auto's, huizen
en broeikassen.
6.
Houd het gebied waar de machine gebruikt wordt vrij van
alle personen, vooral kleine kinderen en huisdieren.
7.
Draag toepasselijke kleding zoals een shirt of jack met
lange mouwen. Draag ook een lange broek. Draag geen
korte broek.
8.
Draag geen losse kleding die in de machine verstrikt kan
raken.
9.
Draag altijd een veiligheidsbril bij het gebruik van een
loopmaaier om uw ogen te beschermen tegen voorwer-
pen van buitenaf die vanaf de machine kunnen worden
weggeslingerd.
10. Draag altijd werkhandschoenen en stevige schoenen.
Lederen werkschoenen of korte laarzen werken prima
voor de meeste mensen. Deze beschermen de enkels en
schenen van de gebruiker tegen takjes, splinters en an-
der vuil en verbeteren de grip.
11. Het wordt aangeraden hoofdbescherming te dragen om
te voorkomen dat U geraakt wordt door kleine rondvlie-
gende voorwerpen of laag hangende takken, twijgen, of
andere voorwerpen die niet door de gebruiker worden
opgemerkt.
12. Gebruik de loopmaaier niet zonder op hun plaats zittende
afschermingen of andere beschermende voorzieningen.
13. Gebruik deze machine alleen waarvoor deze bedoeld is.
Gebruik de maaier niet over los materiaal zoals gravel,
takken, afval enz. die het risico veroorzaken van wegge-
slingerde voorwerpen of schade aan de maaier.
14. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant voor de cor-
recte installatie en het gebruik van accessoires. Gebruik
uitsluitend accessoires die door de fabrikant zijn goedge-
keurd.
15. Uitsluitend in daglicht of goed kunstlicht gebruiken.
16. Gebruik de loopmaaier niet wanneer U onder de invloed
bent van alcohol, drugs of andere medicijnen die duize-
ligheid kunnen veroorzaken of uw bekwaamheid om de
machine veilig te bedienen kunnen beïnvloeden.
17. Gebruik een maaier nooit in nat gras. Zorg ervoor dat U
stevig staat: houd de hendel stevig vast en loop; nooit
rennen.
18. Inspecteer voor ieder gebruik de gaskabel en bedie-
ningshendel. Controleer of de kabel vrij en niet bescha-
digd is. Controleer ook de kabelverbindingen naar de
carburateur voor knikken, losse fittingen en belemmerin-
gen. Controleer of de bedieningshefboom correct werkt.
19. Stop de motor bij het oversteken van gravel opritten,
voetpaden of wegen.
20. Kijk uit voor verkeer bij gebruik in de buurt van- of bij het
oversteken van wegen.
BRIGGSandSTRATTON.COM