Nederlands
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood, direct de motor afzetten – de
stopschakelaar/combischuif richting 0
drukken.
15m (50ft)
Binnen een brede straal van de plek
waar wordt gewerkt kan door de
weggeslingerde voorwerpen een kans
op ongevallen ontstaan, daarom mogen
er zich binnen een straal van 15 m geen
andere personen ophouden. Deze
afstand ook ten opzichte van andere
objecten (auto's, ruiten) aanhouden –
kans op materiële schade! Ook op een
afstand van meer dan 15 m kan gevaar
niet geheel worden uitgesloten.
Op een correct stationair toerental
letten, zodat het snijgarnituur na het
loslaten van de gashendel niet meer
draait.
Regelmatig de instelling van het
stationair toerental controleren, resp.
corrigeren. Als het snijgarnituur bij
stationair toerental toch meedraait, het
stationair toerental door een
geautoriseerde dealer laten repareren.
STIHL adviseert de STIHL dealer.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
6
Op obstakels letten: Boomstronken,
wortels – kans op struikelen!
Alleen staand op de grond werken, nooit
op onstabiele plaatsen, nooit op een
ladder of vanaf een hoogwerker.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Het motorapparaat pro-
duceert giftige
uitlaatgassen zodra de
motor draait. Deze gas-
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater-
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge-
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het motorapparaat
werken – ook niet met
apparaten voorzien van
katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
FS 240, FS 240 C, FS 240 R, FS 240 RC, FS 260 R, FS 260 RC
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Geluidsoverlast en uitlaatgasemissie zo
veel mogelijk beperken – de motor niet
onnodig laten draaien, alleen gas geven
tijdens het werk.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van het
motorapparaat – brandgevaar! Uit het
brandstofsysteem kunnen ontvlambare
benzinedampen ontsnappen.
Tijdens het werk vrijkomend(e) stof,
dampen en rook kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij sterke stof- of
rookontwikkeling
ademhalingsbescherming dragen.
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist controleren of dit
in goede staat verkeert – zie ook "Voor
het starten".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Motorapparaten die niet meer
bedrijfszeker zijn, in geen geval verder
gebruiken. In geval van twijfel contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
Niet in de warmestartstand < van de
chokeknop werken – het motortoerental
is bij deze stand van de chokeknop niet
regelbaar.