De slijphoek van 30° moet bij alle zaagtanden zonder
uitzondering dezelfde zijn. Verschil in de hoeken veroorzaakt
een ruwe en onregelmatige kettingloop, vergroot de slijtage en
kan leiden tot kettingbreuk!
De snijhoek van de zaagtand van 85° volgt uit de indringdiepte
van de rondvijl. Als de voorgeschreven vijl op een juiste wijze
gebruikt wordt ontstaat de correcte snijhoek vanzelf.
Welke vijl en hoe deze te gebruiken
Gebruik een speciale ronde vijl, met een diameter van 4 mm,
om de zaagtanden aan te scherpen. Normale rondvijlen zijn
ongeschikt. Zie de accessoirelijst voor het bestelnummer.
De vijl mag alleen bij de voorwaartse streek (pijl) vijlen. De vijl
moet bij het terughalen vrij van het materiaal gehouden wor-
den.
De kortste snijtand wordt als eerste geslepen. De lengte van
deze tand is dan de uitgangsmaat voor alle andere snijtanden
van de zaagketting.
Vijl haaks houden (90° ten opzichte van zaaggeleider).
De vijlhouder vergemakkelijkt de vijlgeleiding, hij is voorzien
van markeringen voor de korrekte slijphoek van 30° (de marke-
ringen parallel aan de zaagketting laten lopen) en begrenst de
insteekdiepte (4/5 van de vijldoorsnee). Zie de accessoirelijst
voor het bestelnummer.
Aansluitend op het naslijpen de hoogte van de dieptebegrenzers
controleren met de kettingmaatlat. Zie de accessoirelijst voor
het bestelnummer.
Ook de geringste uitsteekhoogte met een speciale vlakke vijl
verwijderen (12). Zie de accessoirelijst voor het bestelnummer.
Dieptebegrenzer aan de voorzijde opnieuw afronden (13).
44
30°
12
D
E
4/5
F
13
G