Veiligheidsvoorschriften
Inbouw en aansluiting
Vóór het inbouwen en aansluiten van het toestel dient men de minpool
van de accu los te koppelen.
Let er op, dat bij het boren van gaten geen voertuigdelen (accu, kabels,
zekeringenkast) worden beschadigd.
De diameter van de pluskabel moet minimaal 1 mm bedragen. Het
toestel is beveiligd met een standaard 5 A glaszekering.
Let op!
De bij deze autoradio meegeleverde houder maakt inbouw mogelijk in
automobielen met een volgens DIN aangebrachte autoradio-uitsparing
van 182 x 53 mm, een inbouwruimte van 165 mm en een dikte van de
dashboardwand bij de bevestigingslippen van 1 - 20 mm (zie fig. 1).
Voor voertuigen met een afwijkende inbouwsituatie levert Blaupunkt
voor de meest voorkomende typen voertuigspecifieke inbouwsets voor
50/52 mm.
Let er dan ook op, of uw auto voor het bijgevoegde montagemateriaal
geschikt is en gebruik anders een inbouwset, die speciaal daarvoor is
bestemd, b.v. Audi A4/A6/A8: 7 608 0214 73.
Bij gebruik van inbouwsets voor 52 mm toestellen zijn 4 vulplaatjes
bestelnummer 8 601 055 056 nodig (fig. 1a).
Voorbereiding autoradio-inbouw
De autoradio wordt in de reeds door de fabriek aangebrachte autoradio-
uitsparing gemonteerd.
Uitsparing vrijmaken door eventueel opbergvakje of afdekplaat te
verwijderen; uitsparing zonodig bijwerken tot de afmetingen 182 x 53
mm.
Achter de uitsparing voor de autoradio tasten en nagaan, welke
bevestigingslippen van de houder kunnen worden omgebogen.
Let op: zo mogelijk alle bevestigingslippen ombuigen.
Houder in de uitsparing plaatsen en de bevestigingslippen met een
schroevedraaier ombuigen (fig. 1 en 2).
Aansluiting
Aansluitinstructies ......................................................................... fig. 4
Plus/minus-aansluiting .................................................................. fig. 5
Aansluiting equalizer- en amplifier ................................................ fig. 6
Den met de versterker meegeleverde adapterkabel gebruiken of
adapterkabel 7 607 874 003.
Luidsprekeraansluiting:
4 luidsprekers (4 Ω/10 W) ............................................................. fig. 7
Aansluiting CD-Player ................................................................... fig. 9
Den met de CD-wisselaar meegeleverde adapterkabel gebruiken of
aansluitblock .
Voor Audi-, Opel- en VW-auto's zijn ondanks de ISO-voorziening
adapterkabels nodig. Als hier geen adapterkabel wordt gebruikt, treden
er storingen in het elektronisch systeem op.
Als bij auto's de ISO-aansluitstekers direkt opgestoken worden
(momenteel Citroën, Fiat, Honda, Lancia, Mercedes, Peugeot, Renault),
dan mogen aan de ± - steker pin 1, 2, en 3 in principe niet bezet zijn.
In enkele wagens van het merk Mercedes ligt een 10-polige steker in de
inbouwopening.
Deze steker mag niet aan autoradio's worden aangesloten aangezien in
dat geval de plus voor antenne/versterker tegen massa wordt kortgesloten
en een printbaah in de radio spontaan ontbrandt.
Aansluitning bij voertuigen die reeds in de fabriek zijn voorzien
van een anti-diefstalslede
Bij voetuigen, die af fabriek van een anti-diefstalslede zijn voorzien (op
dit moment Opel), moet de fabrieksslede worden uitgebouwd, zie fig. 8.
NL
Montage van de autoradio
Autoradio voor in de houder plaatsen en inschuiven tot de zijveren rechts
en links vergrendelen (klikken duidelijk hoorbaar vast).
Autoradio-uitbouw
Beugels links en rechts door de gaten van het front schuiven en zover
naar binnen drukken, totdat een duidelijke klik hoorbaar is (de zijveren
zijn nu ontgrendeld).
Toestel dan aan de twee beugels naar buiten trekken (fig. 3).
Opmerking:
Als de beugels eenmaal vastzitten, kunnen zij slechts worden verwijderd,
als het toestel helemaal naar buiten is getrokken.
Aansluitinstructies, fig. 4
Aardekabel (Ground)
Massakabel niet aan de minpool van de accu vastklemmen.
Aardekabel aan daartoe geschikt aardepunt aansluiten (carrosserie-
schroef, carrosserieplaatwerk) en afhankelijk van de ligging van dit
aardepunt inkorten.
Isolatie aan het einde van de aardekabel verwijderen en de kabelschoen
aansluiten (eventueel vastsolderen).
Kontaktvlak van het aardepunt blank krabben en met grafietvet insmeren
(belangrijk voor een goede aardeverbinding).
Aardekabel vastschroeven.
Pluskabel (ACC +12 V)
(ignition)
Wanneer de pluskabel in zekeringhouder kl. 15 (plus geschakeld via
contactslot) achter de zekering wordt aangesloten, is het mogelijk de
autoradio via het contactslot aan- en uit te schakelen. Bovendien wordt
het toestel, ter beveiliging van de accu, na een een uur automatisch
uitgeschakeld.
De vertraagde uitschakeling na een uur wordt niet geaktiveerd, als de
continu-plus (klem 30) wordt aangesloten.
Aansluiten van constante plus
(Battery +12 V)
Constante plusaansluiting met kabel en kabelklem aan een gezekerde
constante pluskabel (bijv. tijdklokje, knipperlichtschakelaar) aansluiten.
Stuurkabel (Power Antenne +)
De stuurkabel is de geschakelde plus-uitgang voor moderne komponenten
zoals bijv: versterker, equalizer of motor-antenne.
De stuurkabel niet aan klem 15 (plus geschakeld) of klem 30 (continu-
plus) aansluiten.
Wanneer een volautomatische motorantenne wordt aangesloten, dient
de stuurkabel van die motorantenne m.b.v. een kabelklem te worden
vastgeklemd op de stuurkabel.
Telefoon-mute (Low)
Is een autotelefoon aangesloten, dan wordt de radio voor de duur van het
telefoongesprek stomgeschakeld.
Wijzigingen voorbehouden!
- 9 -
+12V
per. +12V
+12V