Naaien
132 van 244
11.16.
Naaien met tweelingnaald
De tweelingnaald is verkrijgbaar in de goede vakhandel. Let er bij
aanschaf op dat de afstand tussen de beide naalden niet groter is
dan 4 mm.
Met de tweelingnaald kunnen bijzonder fraaie tweekleurige pa-
tronen worden gemaakt als u voor het naaien garens met ver-
schillende kleuren gebruikt.
Persvoet: ..................................................................................................... Standaardvoet
Programma: ............................................................................................................... A tot L
Steeklengte: .............................................................................................................. 1 tot 4
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Door gebruik van een verkeerd naaiprogramma kan de
tweelingnaald verbogen raken of breken.
Gebruik de tweelingnaald uitsluitend in het hier aange-
geven programma.
Zet de tweelingnaald op dezelfde manier in als een enkele
naald (zie Pagina 134).
1
3
2
5
4
6
7
8
Trek beide klospennen (5) naar boven uit de machine, totdat
deze hoorbaar vastklikken.
Zet twee even volle draadklossen op de klospennen.
Rijg nu de draden van de voorste draadklos in zoals beschre-
ven in hoofdstuk "9.6. Inrijgen van bovendraad" op pagina
112, tot aan de draadgeleiding (16).
Zoals op de afbeelding hiernaast te zien is, bevat de draadge-
leiding een oog (B) voor de draad bij tweelingnaalden. Voer de
draad hier doorheen.
Ga nu weer te werk zoals beschreven voor enkele draden en
rijg de draad in de rechternaald in (8).
Rijg de draad van de achterste klospen in zoals beschreven in
hoofdstuk "9.6. Inrijgen van bovendraad" op pagina 112 en
eindig in de rechternaald.
A
B