Werken met geheugenkaarten
Geheugenkaarten invoeren
1.
Neem de geheugenkaart (optioneel) voorzichtig uit de verpakking (indien
beschikbaar). Let er op, dat u de contacten niet aanraakt en dat ze niet vuil
worden.
2.
Breng de geheugenkaart in de kaartenslot in, waarbij de aansluiting naar de
contacten naar voren moeten wijzen. De kaart moet zich makkelijk laten
vastklikken.
Geheugenkaart verwijderen
Opmerking
U dient eerst de navigatiesoftware af te sluiten en het toestel met de aan-
/uittoets uit te schakelen, voordat u de geheugenkaart verwijdert. Anders
zou u gegevens kunnen verliezen.
1. Om de kaart te verwijderen, duwt u lichtjes tegen de bovenkant tot dat ze zich
ontgrendelt.
2. Trek de kaart eruit zonder de contacten aan te raken.
3. Bewaar de geheugenkaart in de verpakking of op een andere veilige plek.
Opmerking
Geheugenkaarten zijn heel gevoelig. Let erop, dat de contacten niet vuil
worden en dat de kaart niet geforceerd wordt.
Gebruik van geheugenkaarten
Het apparaat ondersteunt enkel geheugenkaarten, die in het gegevensformat
FAT16/32 werden geformatteerd. Indien u kaarten gebruikt die met een ander
format werden voorbereid (vb. in camera's, MP-3-spellen), zal uw apparaat deze
mogelijk niet erkennen en zal u aanbieden deze opnieuw te formatteren.
Opgelet!
Het formatteren van de geheugenkaarten zal alle gegevens onherstelbaar
wissen.
68
Nederlands