Opmerking
Zolang uw navigatiesysteem op een extern voedingssysteem aangesloten
is of op accu werkt, volstaat een korte druk op de aan/uit-knop om het
apparaat in- of uit te schakelen (standby mode). Het apparaat wordt
opnieuw "geactiveerd" door te drukken op de aan/uit-schakelaar.
Via de button Instellingen op het hoofdscherm van uw apparaat kunt u
de bedrijfstijd aan uw behoeften aanpassen. Uw toestel wordt zo
afgeleverd, dat het zich, wanneer het niet aan staat ook bij niet-gebruik,
niet zelf uitschakelt.
Wilt u het toestel volledig uitzetten, dan drukt u langer dan 3 seconden op
de aan-/ uitschakelaar.
Doordat gegevens in het interne geheugen opgeslagen worden, gaan
daarbij geen gegevens verloren. Het opstarten kan alleen wat langer
duren.
Ook in de stand-bymodus verbruikt uw navigatiesysteem weinig stroom en de batterij
wordt ontladen.
IV. Navigatiesoftware installeren
Indien uw apparaat reeds in de fabriek met de basisgegevens van de navigatiesoftware
uitgerust werd, gebeurt de uiteindelijke installatie van de navigatiesoftware automatisch
vanuit het interne geheugen tijden de initialisatie. Volg de instructies op het beeldscherm.
Als er zich gedigitaliseerde kaarten op een optionele geheugenkaart bevinden, dan moet
u die geheugenkaart tijdens het gebruik van het navigatiesysteem in het toestel steken.
Wordt de geheugenkaart tijdens het gebruik verwijderd, zelfs al is het voor een kort
ogenblik, dan moet een reset (zie pagina 24) worden uitgevoerd om het toestel opnieuw
op te starten.
Lees hiervoor het hoofdstuk Navigatie vanaf pagina 26, a.u.b.
Eerste initialisatie
15