4) Breng de onderste helft van de behuizing weer op zijn plaats en span de schroeven weer aan.
Opmerking : Gebruik het toestel nooit met open behuizing.
b) Zekering
• U mag een zekering enkel plaatsen of vervangen wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
• Als de lamp springt, dan moet de zekering waarschijnlijk ook worden vervangen.
• Vervang een gesprongen zekering door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde specificaties (zie "7.
Technische specificaties" op blz. 7):
1. Draai de zekeringhouder aan de achterkant los met een geschikte schroevendraaier.
2. Verwijder de oude zekering en bring een nieuwe in.
3. Breng de zekeringhouder weer op zijn plaats.
c) Toestel monteren
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke normen.
• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel
kunnen dragen zonder te vervormen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel (bv. VDLSC7 of VDLSC8).
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel controleren
door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt, en laat het 1 x per jaar volledig nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen en die niet toegankelijk is voor onbevoegden.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte
materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
• Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel, en draai de regelschroeven stevig aan.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
5. Bedieningsinstructies
Startadres kiezen van de DMX Projector
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig zodat het juiste toestel reageert op de
controlesignalen. Dit digitale startadres geeft aan van op welk kanaalnummer het toestel "luistert" naar het signaal
van de DMX controller.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een hele groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw startadres
ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar 1 bepaald kanaal. Met andere woorden:
wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, worden de instellingen van alle kanalen gewijzigd.
Wanneer u meerdere adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal, nl. het kanaalnummer dat u
voor dat toestel heeft ingesteld. Met andere woorden : enkel het toestel in kwestie wordt beïnvloed wanneer u de
instellingen van een kanaal verandert.
In het geval van de 1-kanaals VDP150CG moet u het startadres van het eerste toestel instellen op 1, het tweede op
2 (1 + 1), het derde op 3 (2 + 1), enz.
De LED naast de LED display geeft de status van het DMX signaal. De LED knippert bij ontvangst van het DMX
signaal en blijft OFF wanneer het signaal niet wordt ontvangen.
VDP150CG
6
VELLEMAN