3. Geef volgas en draai uw linkerpols tegen de
terugslagbeveiliging om de kettingrem te activeren.
De zaagketting moet onmiddellijk stoppen.
WAARSCHUWING: Laat de voorhandgreep
niet los wanneer u de kettingrem inschakelt.
De gashendel en de
gashendelvergrendeling controleren
1. Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vrij bewegen en of de
retourveer correct werkt.
2. Duw de gashendelvergrendeling omlaag en
controleer of deze terugkeert naar de oorspronkelijke
stand wanneer u hem loslaat.
114
3. Controleer of de gashendel vergrendeld is in de
stationaire stand wanneer de
gashendelvergrendeling wordt losgelaten.
4. Start de kettingzaag en zet het gas volledig open.
5. Laat de gashendel los en controleer of de
zaagketting stopt en blijft stilstaan.
WAARSCHUWING: Neem contact op
met uw servicedealer als de zaagketting
draait terwijl de gashendel in de
stationaire stand staat.
De kettingvanger controleren
1. Zorg ervoor dat de kettingvanger niet beschadigd is.
2. Zorg ervoor dat de kettingvanger stabiel is en
bevestigd aan de romp van het product.
Trillingsdempingssysteem controleren
1. Controleer de trillingdempers op scheuren of
vervorming.
2. Controleer of de trillingdempers op de juiste wijze
zijn bevestigd op de motor en de handgreep.
Productoverzicht op pagina 97 voor
Raadpleeg
informatie over de locatie van het
trillingdempingssysteem op uw product.
De start/stop-schakelaar controleren
1. Start de motor.
733 - 002 -