Bedoeld gebruik
Het apparaat is bedoeld voor het starten van
voertuigen met 12-V-boordspanning, wanneer de
in het voertuig geïnstalleerde accu's over te weinig
startvermogen beschikken. Het dient bovendien om
bij defecte 12-V-voertuigaccu's de motor te kunnen
starten!
Elk ander gebruik geldt als onbedoeld gebruik.
Voor schade door niet goedgekeurd
gebruik is de gebruiker verantwoordelijk.
Bediening (afb. I)
Aansluiting en inbedrijfstelling
Opmerking
Apparaat vóór het eerste gebruik
24 uren laden!
De polariteitsbeveiliging is alleen bij
een accuspanning > 4 V actief.
Zorg ervoor dat het apparaat uitgeschakeld is.
■
De kabel met de rode pooltang aan de plus-
■
pool vastklemmen.
De kabel met de zwarte pooltang aan de min-
■
pool vastklemmen.
Bij het aansluiten op goed contact en goede
■
bevestiging van de pooltangen letten.
Apparaat inschakelen.
■
LED-indicator
Weergave
Laadtoestandindicator
[1] licht groen op
Laadtoestandindicator
[1] brandt geel
Laadtoestandindicator
[1] brandt rood
Indicator verkeerde pola-
riteit [2] licht groen op
Indicator verkeerde pola-
riteit [2] licht rood op
Status
Startprocedure
Startprocedure met
verminderd startver-
mogen
Startprocedure
annuleren
Startprocedure
Niet inschakelen
Startprocedure annu-
leren
Pooltangen vastklem-
men
Starthulp
Voertuigmotor starten.
■
Wanneer de motor na 10 seconden
niet start, moet de startprocedure
onmiddellijk worden gestopt, omdat
anders schade aan het starthulpappa-
raat kan ontstaan.
Opmerking
Na een wachttijd van ca. 1 minuut kan
de startprocedure tot 5 maal worden
herhaald. Daarna moet het voertuig
gecontroleerd worden en de accu in
het apparaat opgeladen.
Motor draait:
Toestel uitschakelen
■
Pooltangen losklemmen.
■
Starthulp zonder voertuigaccu
Geen weergave voor polariteitsverwis-
seling bij deze toepassing (tegenspan-
ning ontbreekt)!
Aansluiting van de pooltangen direct op de
■
poolklemmen van het voertuig.
Starthulpapparaat inschakelen, hiervoor de
■
hendel [3] op ON schakelen.
Leds controleren.
■
Voertuigmotor starten (de waarschuwingen met
■
betrekking tot de maximale startpogingstijd in
acht nemen).
Na succesvolle startpoging het starthulpappa-
■
raat uitschakelen, hiervoor de hendel [3] op OFF
schakelen.
Zwarte klem (-) losmaken.
■
Rode klem (+) losmaken.
■
Starthulpapparaat aan het meegeleverde op-
■
laadapparaat aansluiten en opladen.
Apparaat laden
Apparaat vóór het eerste gebruik 24 uren laden.
■
Apparaat moet na elke startprocedure aan het
■
meegeleverde laadapparaat worden aange-
sloten.
3 Zodoende wordt de gereedheid van het appa-
raat gewaarborgd.
Opmerking
Het apparaat kan ten alle tijden perma-
nent aan het meegeleverde apparaat
worden aangesloten.
29