HET OPSPOREN VAN STORINGEN
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
• De afstandsbediening doet het niet:
De afstandsbediening doet het niet:
De afstandsbediening doet het niet:
De afstandsbediening doet het niet:
De afstandsbediening doet het niet:
Controleer of de switch nr. 2 in stand OFF staat. Als deze switch per ongeluk
in stand ON gezet is worden hierdoor de codes van de afstandsbedieningen
uit het geheugen van de module gewist. Dan moeten ze dus opnieuw in het
geheugen worden opgeslagen volgens de procedure PROGRAMMERING
VAN DE AFSTANDSBEDIENINGEN die in deze handleiding beschreven is.
De richtingaanwijzers knipperen niet bij het inschakelen/uitschakelen:
De richtingaanwijzers knipperen niet bij het inschakelen/uitschakelen:
• De richtingaanwijzers knipperen niet bij het inschakelen/uitschakelen:
De richtingaanwijzers knipperen niet bij het inschakelen/uitschakelen:
De richtingaanwijzers knipperen niet bij het inschakelen/uitschakelen:
Controleer met een controlelamp of op de twee GELE draden het positieve
commando aanwezig is (twee impulsen bij de inschakeling en één bij de
uitschakeling). Als dit aanwezig is, dan moet de storing in de verbindingen op
de auto gezocht worden.
De centrale portiervergrendelingen doen het niet:
De centrale portiervergrendelingen doen het niet:
• De centrale portiervergrendelingen doen het niet:
De centrale portiervergrendelingen doen het niet:
De centrale portiervergrendelingen doen het niet:
Controleer de staat van de zekeringen in de bedrading. Als de zekeringen
zijn doorgebrand moet eerst de verkeerde verbinding worden opgespoord,
alvorens ze te vervangen.
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET SYSTEEM
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET SYSTEEM
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET SYSTEEM
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET SYSTEEM
TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET SYSTEEM
Nominale voedingsspanning ................................................................. 12 VDC
Bedrijfsspanning ................................................................................ 9/16 VDC
Stroomverbruik bij 12 VDC ....................................................................... 5 mA
Bedrijfstemperatuur ........................................................................ -40° +85 °C
Raampjes sluiten negatieve besturing ................................................. max. 1A
24