Apparaatinstelling voor het lassen met een
staafelektrode
1
Selecteer met de selectieknop (22) de functie
MMA - lassen.
2
Sluit de aardkabel (32) aan op het met de plus-
pool (9) gemarkeerde aansluitpunt en vergrendel
de stekker door deze met de wijzers van de klok
mee te draaien.
3
Vervolgens verbindt u de laskabel op het met
de min-pool (10) gemarkeerde aansluitpunt en
vergrendel de stekker door deze met de wijzers
van de klok mee te draaien. AANWIJZING!
De polariteit van de draden kan variëren! Alle
informatie betreffende polarisatie moet op de
verpakking van de door de fabrikant geleverde
elektroden te vinden zijn!
4
Sluit nu het netsnoer aan en activeer de
stroomvoorziening; na het aansluiten van de
aardkabel op het lasapparaat kan het werken
worden gestart.
MMA - lassen
• Bereid het apparaat voor zoals eerder beschreven
onder "Apparaatinstelling voor het lassen met een
staafelektrode".
• Draag geschikte veiligheidskleding volgens de
specificaties en bereid uw werkplek voor.
• Sluit de aardklem (32) aan op het werkstuk.
• Klem de elektrode in de elektrodehouder (31).
• Schakel het apparaat in door de aan/uit-schakelaar
(2) in positie "I" ("ON") te zetten.
• Selecteer de "MMA" modus door op de selectieknop
(22) te drukken totdat het indicatielampje naast
"MMA (20)" gaat branden.
• Stel de lasstroom met de potentiometer voor
lasstroominstelling (4) in, afhankelijk van de
gebruikte elektrode.
• Houd de lashelm voor het gezicht en begin met
lassen.
• Om de werkzaamheden te beëindigen, stelt u de
aan/uit-schakelaar (2) in positie "O" ("OFF").
Elektrode Ø (mm)
Lasstroom (A)
1,6
25 - 40 A
2
40 - 60 A
2,5
50 - 80 A
3,2
80 - 130 A
4,0
130 - 180 A
90 | NL
m Let op! De aardklem (32) en de elektrodehouder
(31)/de elektrodes mogen niet in direct contact worden
gebracht.
m Let op! Tik niet met de elektrode op het werkstuk. Hij
zou beschadigd kunnen worden en de ontsteking van
de vlamboog zou kunnen worden bemoeilijkt. Zodra de
vlamboog is ontstoken, probeert u een afstand tot het
werkstuk te bewaren die overeenkomt met de gebruikte
elektrodediameter. De afstand moet tijdens het lassen
zo constant mogelijk blijven. De schuinte van de
elektrode in de werkrichting moet 20–30 graden zijn.
m Let op! Gebruik altijd een tang om verbruikte
elektroden te verwijderen of hete werkstukken te
verplaatsen. Let op, dat de elektrodenhouder na het
lassen altijd op een isolerende onderlaag moet worden
neergelegd.
De slak mag pas na afkoeling uit de naad worden
verwijderd. Om het lassen op een onderbroken naad
voort te zetten:
• Verwijder eerst de slag op het aanzetpunt.
• In de naadvoeg wordt de vlamboog ontstoken, naar
het aansluitpunt gebracht, daar goed gesmolten en
aansluitend verder geleid.
m Let op! De laswerkzaamheden genereren warmte.
Daarom moet het lasapparaat na gebruik ten minste
een half uur stationair draaien. Als alternatief laat u het
apparaat een uur lang afkoelen. Het apparaat mag pas
worden verpakt en opgeslagen als de temperatuur van
het apparaat is genormaliseerd.
m Let op! Een spanning die 10% lager is dan de
nominale ingangsspanning van het lasapparaat kan de
volgende consequenties hebben:
• De stroom van het apparaat neemt af.
• De vlamboog breekt af of wordt onstabiel.
m Let op!
• Vlamboogstralen kan tot oogletsel en brandwonden
leiden.
• Spat-
brandwonden veroorzaken.
• Monteer het lashelm zoals beschreven onder
"Lashelm monteren ".
www.scheppach.com
en
smeltslakken
kunnen
oogletsel
en