Télécharger Imprimer la page

PIKO Rh 554 Mode D'emploi page 5

Publicité

The prototype:
The Class 553 and 554 Autorails Brossel were to
the SNCB what the VT 95 and VT 98 Railbuses
were to the DB. Beginning in 1941, the Belgian
firm Brossel started production of the Class 553
railbus. After the war, the SNCB needed more
railbuses, and the 553 design was revised to
become the Class 554. Brossel built both series
of the Autorail at the Ragheno Workshops in
Mechelen. Both series utilized eight-cylinder
in-line engines which were later replaced by
General Motors engines. The Class 553 rated a
top speed of 66 km/h (41mph) while the Class
554 could reach 80 km/h (50 mph). During the
1970s, the Class 553 was renumbered to Class
49 and the Class 554 renumbered to Class 46.
Several copies of both classes are preserved in
Belgian railroad museums.
Informatie over het voorbeeld:
Wat bij de DB de railbussen van de serie VT 95
en VT 98 waren, zijn bij de NMBS de Autorail
Brossel van de series 553 en 554. De 553 is
ontstaan tijdens de oorlogsjaren vanaf 1941.
Na de oorlog werden de voertuigen verder
ontwikkeld en werd in 1954 een vervolgserie
als reeks 554 in dienst gesteld. Voor de bouw
van beide series is het Belgische bedrijf Brossel
verantwoordelijk. De bouw van de rijtuigen
werd uitgevoerd bij Ragheno in Mechelen. Als
aandrijving werden acht-cilinder-lijn motoren
gebruikt, die voor de serie 554 deels door
General Motors werden geleverd. De regio-
nale treinstellen van de serie 553 hadden een
topsnelheid van 66 km/h; de serie 554 kon een
top van km 80 km/h bereiken. In de jaren 1970
werd de serie 554 omgenummerd in 46, de
oudere serie 553 werd 49. Van beide series zijn
exemplaren bewaard gebleven in musea.
5

Publicité

loading