Inbedrijfstelling
Controleer of de op het identificatieplaatje aangegeven span-
ning overeenkomt met de netspanning. Is dat het geval, dan is
het toestel na aansluiting van de stekker bedrijfsklaar. Zo net,
dan is het veilige gebruik niet gegarandeerd of kan het toestel
beschadigd worden. Neem ook de in de technische gegevens
vermelde omgevingsvoorwaarden in acht.
De maalbeker in afbeelding 1 wordt afgeschroefd en verwij-
derd door deze met de klok mee te draaien. Het aandrijfge-
deelte kan op de beschermring pos. 8 worden geplaatst. De
maalbeker wordt met geschikt maalgoed gevuld. Daarbij moet
e maximale vulhoogte (tot de onderste rand in de maalbeker,
zie afbeelding in elk geval worden aangehouden. Een grotere
vulhoeveelheid heeft storingen van de werking ten gevolg, de
molen wordt overbelast. De vulhoeveelheid kan tot de „een-
korrel-analyse" worden klein gemaakt, d.w.z. ook zeer kleine
hoeveelheden zijn mogelijk.
Aanwijzing:
Kleinere vulhoeveelheden (bijv. slechts 50 - 80% van de maxi-
male vulhoeveelheid) zijn sneller klein gemaald, de eindfijnheid
is hoge, het korrelgroottespectrum kleiner en de verwarming
van het maalgoed is geringer. Een grotere hoeveelheid maal-
goed kan beter in twee of drie porties worden verdeeld. De
effectieve maalduur is nauwelijks langer, ie maalresultaten
echter duidelijk beter.
Grof maalgoed (bijv. hooi, stro...) kan ook boven de onderste
rand in de maalbeker worden gevuld. Echter maximaal tot ca.
10mm onder de bovenkant van de maalbeker. Door de aandri-
jving erop te steken wort het losse maalgoed in de maalzone
geschoven.
De gevulde maalbeker wordt tot de aanslag op de aandrijving
geschroefd (kort voor de aanslag is een zachte klik hoorbaar).
Wanneer de spanningstoevoer tot stand werd gebracht, kan
met het maalproces worden begonnen. De kap wordt met een
A 11 022000
hand omsloten, met de duim wordt de aan/uitschakelaar
(afbeelding 2) ingedrukt en de molen gestart. Door de aandri-
jving zachtjes en langzaam in axiale richting omlaag te drukken,
wordt het maalgereedschap in het maalgoed geleid (bij eenzij-
dig drukken kan de aandrijving kantelen, wat een vroegtijdige
slijtage van de asdichting ten gevolg heeft).
Wanneer het maalgereedschap het maalgoed grijpt, daalt het
toerental. Dit is door een toerentaldaling hoorbaar. Wanneer de
daling van het toerental zeer sterk is moet de aandrijving
omhoog worden gehaald om opnieuw met nominaal toerental
in het maalgoed te kunnen steken. Dit moet al naar gelang het
maalgoed eventueel meerdere malen worden herhaald.
Wanneer het toerental tijdens het omhoog en omlaag bewe-
gen relatief constant blijft, is het maalproces beëindigd.
Een maalduur van 30 seconden mag niet worden overschre-
den omdat het fijnmalen van het maalgoed niet meer verbe-
terd wordt, de verwarming echter aanzienlijk toeneemt. Voor
het beëindigen van het maalproces moet de aandrijving hele-
mal naar boven worden bewogen, en vervolgens pas de aan-
/uitschakelaar losgelaten worden. Dit heeft tot voordeel dat
het maalgereedschap zich zelf reinigt. Schroef de maalbeker
pas na stilstand van de motor eraf. Eventueel aan de
beschermring plakkend maalgoed kan met en reinigungspen-
seel of met een borstel (geen draadborstel) van de bescherm-
ring in de maalbeker worden geveegd.
Attentie: Het maalgereedschap, de maalbeker en de rotoras
kunnen heet zijn. Let op de veiligheidsinstructies.
Wisselen van het maalgereedschap:
Attentie: Het mes is scherp. Het mag alleen met veiligheids-
handschoenen worden gehanteerd. Let op de veiligheidsin-
structies. Let erop dat het maalgereedschap heet is bij de wis-
sel direct na een maalproces. De molen moet eerst afkoelen.
Trek de stekker uit het stopcontact voor het wisselen van het
maalgereedschap. Draai de molenaandrijving op zijn kop en
steek deze met de kap omlaag in de maalbeker. Aafbeelding 3.
39