Selectie functie
Als de oven in de standby stand staat, kunt u functies kiezen via de selectieknop K2. De
gekozen functie indicatielampen L2, L3, L4 & L5 zullen branden , afhankelijk van de gekozen
functie.
o L2 brandtOvenkamertemperatuur is geselecteerd om in te stellen.
o L3 brandt Kerntemperatuur is geselecteerd om in te stellen.
o L4 brandt Timer is geselecteerd om in te stellen.
o L5 brandt Warmhoudtemperatuur is geselecteerd om in te stellen
De waarden kunnen worden aangepast m.b.v. de knoppen K3 & K4.
De waarden kunnen ook aangepast worden als de oven is gestart door te drukken op de knop
K2 en dan de waarden te veranderen met de knoppen K3 & K4. Nadat de waarden zijn
aangepast, zal de oven verder gaan met het programma (weer in de gebruiksmodus).
Als de standbyknop (K1) wordt ingedrukt, zullen alle voorgaande instellingen (ovenkamer, sonde,
warmhoud) gereset worden. De oven staat weer in standby.
N.B.:
Als onjuiste waarden zijn gekozen als de oven in de standby stand staat, (bijv. als de
ovenkamertemperatuur lager staat ingesteld dan de omgevingstemperatuur of als de
timer op 000 staat), zal de oven 6 keer piepen nadat de "Start-Pause knop" K5 is
ingedrukt en zal daarna in de warmhoudstand gaan.
Waardebereik
Ovenkamertemperatuur: 30 – 120
Kerntemperatuur: 25° – tot max. de ingestelde ovenkamertemperatuur
Timer: 0 – 60 uur
Warmhoudtemperatuur: 25° – tot max. de ingestelde kerntemperatuur of de ingestelde
ovenkamertemperatuur (als de kerntemperatuur niet is ingesteld)
Bediening
Wanneer de oven in de standby stand staat, start het apparaat door op de "Start / Pause knop"
K5 te drukken. De indicatielamp voor de programmastart L6 zal gaan branden en de timer
indicatielamp L4 brandt ook. Na 4.5 seconden, toont het bedieningspaneel D1 de ingestelde
temperatuur en de huidige temperatuur van de ovenkamer afwisselend (de oven bevindt zich
in de gebruiksmodus).
Tijdens het gebruik, kunt u de waarden veranderen door te drukken op de selectieknop K2 en
vervolgens op de hoger/lager knoppen K3 & K4. Nadat u de waarden hebt veranderd zal de
oven verder gaan.
Deze oven heeft 2 ventilatieopeningen – één in de deur, de ander in de achterzijde. Deze zijn
bedoeld om de luchtvochtigheid van de ovenkamer te regelen. Ze kunnen worden gesloten
met de geïntereerde schuifregelaars. Als vuistregel geldt: als voedsel vocht moet behouden,
houd de ventilatieopeningen gesloten en als voedsel knapperig/kokant moet worden, houd ze
open. Hierdoor onstaat vochtverlies. Ervaring door te experimenteren geeft de beste
resultaten.
U kunt voedsel op twee verschillende manieren bereiden:
A. Met de timer
U kunt de ovenkamertemperatuur, timer en warmhoudtemperatuur instellen. De oven
begint dan te verwarmen totdat de huidige ovenkamertemperatuur de ingestelde
ovenkamertemperatuur heeft behaald. Op dat moment begint de timer af te tellen (1
signaal klinkt). Zodra het aftellen van de timer is afgerond (3 signalen klinken), zal de
oven overgaan in de warmhoudstand. De ovenkamertemperatuur zal langzaam dalen
totdat het de warmhoudtemperatuur heeft bereikt en houdt deze stabiel
(warmhoudstand).
o
C