NL
3.4.4 Een hindernis nemen
VOORZICHTIG
•
Als u niet voldoende ervaren bent in het rijden met een rolstoel, vraag dan assistentie van
een begeleider.
•
Let erop dat tijdens het nemen van een hindernis, de voetplaten de grond niet raken.
•
Gebruik uw rolstoel niet op een rolstrap.
•
Indien aanwezig, draag uw heupgordel.
Rijden zonder begeleider
Een geoefend gebruiker kan kleine treden of stoepranden (omhoog of
omlaag) zelf nemen:
1. Rijd naar voor tot aan de stoeprand (A).
2. Let erop dat de voetplaten de stoeprand niet raken.
3. Leun naar achter om de druk op de voorwielen te verlagen (B).
4. Rol de rolstoel naar voor totdat de voorwielen op het hoger of lager
gedeelte van de stoeprand komen.
5. Rij met de achterwielen de stoeprand nu langzaam op/af. Houd de
duwringen goed vast om rolstoel onder controle te houden.
Een ervaren gebruiker kan ook hogere treden of stoepranden oprijden:
1. Rijd naar voor tot aan de stoeprand (A) die u wilt oprijden.
2. Let erop dat de voetplaten de stoeprand niet raken.
3. Leun naar achter tot u op twee wielen balanceert en ga naar voor
terwijl u op twee wielen balanceert (B).
4. Als de voorwielen over de stoeprand zijn, buig dan naar voor om terug
stabiel te staan (C).
5. Rij met de achterwielen naar voor, tot op de stoeprand.
Een ervaren gebruiker kan ook hogere treden of stoepranden afrijden:
1. Keer de rolstoel om zodat de achterwielen eerst bij de stoeprand
komen (D).
2. Leun naar voor om uw zwaartepunt naar voor te brengen.
3. Nader de stoeprand.
4. Rij nu met de achterwielen de stoeprand langzaam af. Houd de
duwringen goed vast om rolstoel onder controle te houden.
Kans op letsel door omvallen
Figuur 4
NL - 12
Stoepranden zelf nemen
Bobby 24
2018-05
Uw rolstoel gebruiken
A
B
C
D