Druk zes keer op de M O D E -toets en selecteer vervolgens met de toetsen U P
of D O W N ‚ het gewenste ontvangstbereik aan de hand van de volgende tabel:
Modulatietype
FM
SW
LW
Aftastafstand in middengolfbereik:
Regio
Amerika
Europa
9.4. Fijne zenderafstemming
Wanneer een zender niet exact gevonden kan worden, is het door een fijne afstem-
ming mogelijk om de ontvangst te verbeteren.
OPMERKING
In het FM-bereik loopt de PLL-tuner in stappen van 50 kHz door de fre-
quentieband. In het SW- en MW-bereik gebeurt dit in 1 kHz-stappen.
Druk tijdens het zenderzoeken op de toets Fine. In het display verschijnt de indi-
catie FINE.
Stel nu met U P of D O W N ‚ de gewenste ontvangstfrequentie in met
halve frequentiestappen.
Door nogmaals op de toets Fine te drukken, verlaat u de fijne zenderafstemming
weer.
Deze functie staat in het langegolffrequentiebereik niet ter beschikking.
9.5. Antenne
9.5.1. FM en SW
De draaibare telescoopantenne op het apparaat werkt voor de FM- en SW-band.
Trek de antenne volledig uit en zet deze in een positie waarin de ontvangst opti-
maal is.
9.5.2. MW en LW
Bij de MW- en LW-band werkt de telescoopantenne niet. In deze bereiken ontvangt
het apparaat via de ingebouwde ferrietantenne.
Stel het apparaat zodanig op dat u een zo goed mogelijke ontvangst hebt.
24 van 84
Band
Frequentiemodu-
latie
Kortegolf
Langegolf
Aftastbereik
10 kHz
9 kHz
Aftastbereik
100 kHz
5 kHz
1 kHz
520-1710 kHz
522-1656 kHz
Bandbreedte
87.0 – 108.0 MHz
5.85 – 17.9 MHz
148 – 284
kHz
Bandbreedte