Aanpassing Van Het Lasmondstuk; Probleemoplossing - Sievert 456001 Mode D'emploi

AANPASSING VAN HET LASMONDSTUK

Het mondstuk moet horizontaal
en vlak tegen het oppervlak pas-
sen.
Gebruik de bevestig-
ingsbout en de instel-
hendel om het mond-
stuk in de juiste positie
te vergrendelen.
PROBLEEM
De machine start niet.
De machine ontsteekt niet.
De machine beweegt niet.
De optimale en stabiele ver-
branding wordt niet bereikt.
Het bedieningspaneel reageert
niet.
Neem contact op met uw plaatselijke Sievert verdeler voor uw dichtstbijzijnde onder-
houdscentrum.
1
Wanneer het mondstuk op het
oppervlak rust, moet de geleide-
pin van het mondstuk zich op on-
geveer 5 mm van de geleiderail
van het chassis bevinden.
4

PROBLEEMOPLOSSING

OORZAAK
1. Geen stroom.
1. Geen stroom.
2. Geen gas.
3. Te veel gas/lucht.
4. Vonkgenerator gebrekkig.
1. Geen stroom.
2. Aandrijfmotor niet goed angesloten.
3. Instelknop voor snelheid op
minimum.
4. Gebrekkige motor.
1. De brander ontvangt onvoldoende
gas.
2. Gasfilter verstopt.
3. Elektrische gasklep gebrekkig.
4. De brander ontvangt onvoldoende
lucht.
5. Luklek.
6. Elektrische ventilator gebrekkig.
1. Kabels beschadigd.
2. Elektronica of bedieningspaneel
gebrekkig.
NL
2
1. Controleer de stroombron of de zekeringen.
1. Controleer de stroombron of de zekeringen.
2. Controller de gasaansluiting en gastoevoer,
maximum 3 bar.
3. Controleer de instelknop voor gas/lucht,
moet liefst zijn ingesteld op 30% bij het
opstarten.
4. Raadpleeg uw plaatselijke onderhoudscen-
trum.
1. Controleer de stroombron of de zekeringen.
2. Controleer de AAN/UIT knop en zorg er voor
dat de veiligheidshendel goed is ingeduwd.
3. Stel de gewenste lassnelheid in.
4. Raadpleeg uw plaatselijke onderhoudscen-
trum.
1. De gasdruk is te hoog of te laag ingesteld,
maximum 3 bar.
2. Reinig of vervang de luchtfilter.
3. Raadpleeg uw plaatselijke onderhoudscen-
trum.
4. De luchtsnelheid is te hoog of te laag ingesteld.
5. Controleer de luchtslang op lekken.
6. Raadpleeg uw plaatselijke onderhoudscen-
trum.
1. Raadpleeg uw plaatselijke onderhoudscen-
trum.
2. Raadpleeg uw plaatselijke onderhoudscen-
trum.
- 32 -
Wanneer u het mondstuk in posi-
tie brengt, moet het het oppervlak
ongeveer 1 cm voordat het onder
de dakbedekking gaat, aanrak-
en. Zorg er voor dat de rechter
kant van het mondstuk gelijk is
geplaatst aan de randen van de
walsen wanneer het volledig is
omlaag gedrukt.
OPLOSSING
3