Alarm function
In de volgende gevallen kan het alarm
afgaan:
Deuralarm
Het deuralarm wordt ingeschakeld als
een deur van het apparaat langer dan
een minuut openstaat. Door de deur
te sluiten wordt het alarmsignaal weer
uitgeschakeld.
Temperatuur-alarm
Het temperatuuralarm wordt
ingeschakeld als het in de
diepvriesruimte te warm is waardoor de
diepvrieswaren kunnen ontdooien.
De temperatuurindicatie
Diepvriesruimte 2 of de indicatie
„super" 3 knippert.
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren
niet opnieuw invriezen. Pas na het koken
of braden tot een kant-en-klaargerecht
kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten
volle benutten.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren
kan het alarm automatisch inschakelen:
bij het in gebruik nemen van het
■
apparaat,
bij het inladen van grote
■
hoeveelheden verse levensmiddelen,
als de deur van de diepvriesruimte
■
te lang geopend werd.
Alarm uitschakelen
Afb. 2
Door op de insteltoets Diepvriesruimte 4
te drukken, wordt het alarm
uitgeschakeld.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarplaats
voor klaargemaakte gerechten, brood en
banket, conserven, gecondenseerde
melk, harde kaas, koudegevoelig fruit en
groente en voor zuidvruchten.
Attentie bij het inruimen:
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen. Hierdoor blijven geur,
kleur en versheid behouden. Bovendien
wordt voorkomen dat de levensmiddelen
naar elkaar gaan smaken en
de kunststof onderdelen verkleuren.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
nl
77