of uw voertuig hiervan geen schade kan
ondervinden. Lees dit na in het handboek
van uw voertuig of informeer bij uw
garage.
• Trek om de acculader te verwijderen
eerst de stekker uit het stopcontact en
neem de volgorde bij het losmaken van
de klemmen in acht. Zo voorkomt u
vonkvorming. Omdat tijdens het opladen
uiterst explosief knalgas ontstaat, is dit
zeer belangrijk voor uw veiligheid.
• Pak de stroomkabel uitsluitend vast
aan de stekker wanneer u deze uit het
stopcontact trekt.
• Plaats de oplader niet in de nabijheid van
vuur, hitte en stel hem niet langdurig
bloot aan temperaturen boven +40 °C!
• Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en
geef deze door aan andere gebruikers.
5. UITLEG BIJ DE SYMBOLEN
Conform de EG-richtlijnen
Een dienovereenkomstig gemarkeerd elekt-
risch product mag niet als afval via huisvuil
worden afgevoerd
Apparaten met dit teken mogen uitsluitend
binnenshuis (droge omgeving) worden gebruikt
Behuizing me randaarde (beveiligingsklasse II)
Zekering, hier: 1.0 A
Aanbevolen accucapaciteit
Gebruiksaanwijzing lezen
Komt overeen met de eisen van de wet
inzake de productveiligheid (ProdSG)
6. GEBRUIKSAANWIJZING
Zorg ervoor dat u, voordat u het apparaat gaat ge-
bruiken, de gebruiksaanwijzing van de accu en het
voertuig hebt gelezen en alle veiligheidsinstructies
hebt begrepen.
6.1 OVERZICHT
Afbeelding 1: voorzijde
1 Keuzeschakelaar voor accuspanning
2 Controlelampje – 6 V-werking
3 Controlelampje – 12 V-werking
4 Controlelampje – fout
5 Stroomkabel
6 Laadkabel met snelsteeksysteem
7 Snelsteek-laadkabel met pooltangen
8 Snelsteek-laadkabel met pooltangen
6.2 GEBRUIK VAN DE SNELSTEEK-LAADKABEL
Met de snelsteek-laadkabel met pooltangen (positie
7 in het overzicht) sluit u de oplader op de klassieke
manier op de accupolen aan. De snelsteek-laadkabel
met de ringogen (positie 8 in het overzicht) is bedoeld
voor een vaste aansluiting op een moeilijk bereikbare
accu. De oplader kan dan gemakkelijk via de snels-
teekverbinding worden aangesloten.
19