Gebruiksaanwijzing
4. Rookmelders moeten altijd aan het plafond en
het liefst in het midden van de kamer worden
gemonteerd. Volgens DIN EN 14676 moet er
minimaal 0,5 m afstand zijn tussen alle objecten
aan het plafond en op de muren. Indien de rook-
melder in een gepunt dak wordt gemonteerd,
moet de rookmelder bij een dakhelling
a. tot 20° ongeveer 0,2 m – 0,5 m vanaf de
punt van het dak opgehangen worden. De
rookmelder mag zijwaarts verplaatst worden
en moet rechtstreeks aan de bedekking van
het dak worden gemonteerd.
b. van meer dan 20° waterpas en ongeveer
0,2 m – 0,5 m hangend gemonteerd worden.
Te vermijden montageplaatsen
Rookmelders niet installeren:
1. In een tochtige omgeving, bijv. in de buurt van
een airconditioning en ventilatiesleuven.
2. In badkamers, doucheruimtes of in kamers met
temperaturen hoger dan 39° C of onder 0° C.
3. In de punt van een dak, omdat daar in geval van
brand reukloze dampen zich op kunnen hopen.
4. Op een afstand van minder dan 0,5 m van de
muur, wanneer de rookmelder aan het plafond
wordt gemonteerd.
5. In keukens, garages, was- of verwarmingsruim-
tes. Daar kunnen kookdampen, uitlaatgassen,
34
BR 8221