M1 M2
M1 M2
S
TB3
TB5
1
M1 M2
M1 M2
S
TB3
TB5
Pair No.
M1 M2
M1 M2
0
TB3
TB5
Pair No.
0
SW5
220V
SW1
ON
OFF
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
SW12
0
Fig. 5-5
6. Proefdraaien
TEST RUN
COOL, HEAT
°C
°C
SIMPLE
TEMP.
ON/OFF
MENU
ON/OFF
BACK
MONITOR/SET
DAY
CHECK
PAR-21MAA
CLOCK
OPERATION
CLEAR
Fig. 6-1
M1 M2
S
TB5
2
1
2
a
M1 M2
S
TB5
Pair No.
S
M1 M2
S
0
TB5
1
2
1
2
240V
CN43
CN82
SW11
SW14
0
0
A
Knop ON/OFF
B
Weergave TEST RUN
(proefdraaien)
C
Vloeistofbuis (Binnenapparaat)
temperatuurscherm
D
ON/OFF-lampje
E
Stroomweergave
F
Weergave van foutcode
Weergave van resterende looptijd
van test
G
Instellingsknop temperatuur
H
Keuzeknop werkingsmodus
FILTER
I
Instellingsknop luchtrichting
TEST
M
Knop TEST (test)
N
Knop ventilatorsnelheid
O
Luifelknop
1 MA-afstandbediening
Sluit de "1" en "2" op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening.
(Nietgepolariseerde tweeaderige kabel)
DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
2 M-NET-afstandbediening
Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstandbedie-
ning. (Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
3 Draadloze afstandsbediening (Bij installatie van een draadloze signaalontvanger)
Sluit de draad van de draadloze signaalontvanger (9-polige kabel) aan op CN90
van het bedieningspaneel binnen.
Als meer dan twee toestellen als groep bediend worden met een draadloze af-
standsbediening, sluit u TB15 op elke aan met hetzelfde nummer.
Om de instelling van het paarnummer te wijzigen, raadpleegt u de installatie-
handleiding van de draadloze afstandsbediening. (De standaardinstelling van de
binnenunit en afstandsbediening is paar nummer 0.)
Aansluitblok voor transmissiekabel binnen
Aansluitblok voor transmissiekabel buiten (M1(A), M2(B),
Afstandsbediening
Wireless signal receiver
(Zorg ervoor dat er geen stroom op het apparaat staat als u de adressen instelt.)
Er zijn twee types draaibare schakelinstellingen beschikbaar: voor het instellen van
adressen 1 tot 9 en groter dan 10, en voor het instellen van aftakkingsnummers.
Voorbeeld: Voor adres "3" laat u SW12 (voor de tientallen) op "0" staan en zet
u SW11 (voor de eenheden) op "3".
2 Aftakkingsnummers instellen met SW14 (alleen R2-serie)
Gebruik voor de koelleiding van het binnenapparaat het eindverbindingsnum-
mer van de BC-controller.
Laat andere instellingen dan die voor de R2-serie op "0" staan.
Bij levering uit de fabriek zijn alle draaischakelaars op "0" ingesteld. Met deze
schakelaars kunt u de adressen van de apparaten en aftakkingsnummers instellen.
De mogelijke waarden voor adressen van binnenapparaten hangen van het sy-
steem ter plaatse af. Stel de adressen in zoals aangegeven in het Informatieblad.
Zet SW1-1 op het bedieningspaneel op "ON" als u wilt dat de ingebouwde sensor
van een afstandsbediening de kamertemperatuur detecteert. Desgewenst kunt u
met SW1-7 en SW1-8 de luchtstroom instellen wanneer de verwarmingsthermome-
ter uitgeschakeld (OFF) is.
-
-
Waarschuwing:
-
6.2. Proefdraaien
1 Schakel het apparaat minimaal 12 uur voor het proefdraaien in.
2 Druk tweemaal op de toets [TEST].
3 Druk op de toets [Mode selection] (Moduskeuze) en schakel over naar de werk-
stand koelen (of verwarmen).
uitgeblazen.
4 Druk op de toets [Fan speed] (Windsnelheid).
stroomsnelheid verandert.
5 Druk op de [instellingsknop luchtrichting] of op de [luifelknop].
Controleer de werking van de vin of het luifel.
6 Controleer de ventilator van het buitenapparaat op een goede werking.
7 Schakel het proefdraaien uit met de [ON/OFF] (AAN/UIT)-toets
8 Leg een telefoonnummer vast.
Het telefoonnummer van de reparatiewerkplaats, het verkoopkantoor, enz., kan
in de afstandsbediening worden vastgelegd, zodat u contact op kunt nemen
als er zich een storing voordoet. Het telefoonnummer wordt dan getoond als er
zich een fout voordoet. Zie voor het registreren de bedieningshandleiding van
het binnenapparaat.
(S))
Draadloze afstandsbediening
"TEST RUN" in het LCD-venster
Controleer of er koude (of warme) lucht wordt
Controleer of de luchtuit-
Stop
-
-
-
25