Aansluiten van de luidsprekers
Vereiste aansluitsnoeren
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
Eén voor elke voorluidspreker, achterluidspreker en
middenluidspreker
(+)
(–)
Mono-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Eén, voor de actieve lagetonenluidspreker
zwart
DIGITAL
ANTENNA
TV/LD
DVD
DVD IN
COAXIAL
S-VIDEO
S-VIDEO
FM
IN
IN
75Ω
COAXIAL
VIDEO
VIDEO
DVD IN OPT
y
AUDIO
AUDIO
TV/LD IN OPT
IN
IN
CD IN OPT
AM
MD/DAT IN OPT
IN
IN
SIGNAL GND
MD/DAT OUT OPT
y
PHONO
CD
SPEAKERS B
Luidspreker-aansluitingen
Verbind de
Voorluidsprekers
Extra stel voorluidsprekers
Achterluidsprekers
Middenluidspreker
Actieve lagetonenluidspreker
* U kunt de actieve lagetonenluidspreker aansluiten op een van beide
stekkerbussen naar keuze. Op de andere stekkerbus kunt u
desgewenst een tweede actieve lagetonenluidspreker aansluiten.
z
Aansluiten van bepaalde luidsprekers op een andere versterker
Gebruik de PRE OUT aansluitingen. Het signaal dat via de
SPEAKERS aansluitingen wordt uitgestuurd is hetzelfde als het
signaal dat naar de PRE OUT aansluitingen gaat. Wanneer u
bijvoorbeeld enkel de twee voorluidsprekers op een andere
versterker wilt aansluiten, verbindt u die versterker met de PRE
OUT FRONT L en R aansluitingen.
Rechter
achterluidspreker
(+)
}
(–)
zwart
VIDEO 2
VIDEO 1
MONITOR
S-LINK
CTRL A1
FRONT
S-VIDEO
S-VIDEO
S-VIDEO
S-VIDEO
S-VIDEO
L
OUT
IN
OUT
IN
OUT
VIDEO
VIDEO
VIDEO
VIDEO
VIDEO
R
AUDIO
AUDIO
AUDIO
AUDIO
OUT
IN
OUT
IN
L
B
FRONT
R
REC OUT
IN
REC OUT
IN
R
L
L
R
MD/DAT
TAPE
FRONT
]
}
Rechter
voorluidspreker
met de
SPEAKERS FRONT A stekkerbussen
SPEAKERS FRONT B stekkerbussen
SPEAKERS REAR stekkerbussen
SPEAKERS CENTER stekkerbussen
WOOFER AUDIO OUT stekkerbus*
Actieve
lagetonenluidspreker
INPUT
AUDIO
]
IN
PRE OUT
5.1 INPUT
REAR
CENTER
FRONT
REAR
WOOFER
CENTER
L
R
WOOFER
SPEAKERS
A
REAR
CENTER
R
L
R
L
IMPEDANCE USE 4–16Ω
]
}
Linker
voorluidspreker
Opmerkingen over het aansluiten van
de luidsprekers
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 15 mm
van de isolatie van het snoer en draait u de
kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de
draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –.
Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave
de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk
zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen
ontbreken.
• Als u voorluidsprekers gebruikt met een relatief
gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de
geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting
van de luidsprekers te vermijden.
Linker
achterluidspreker
}
]
IMPEDANCE
SELECTOR
AC OUTLET
+
IMPEDANCE
SELECTOR
–
4 Ω
8 Ω
}
]
Middenluidspreker
13
NL