Fietshelm SP - 33
Veiligheidsinstructies
• Waarschuwing! Deze helm mag niet door kinderen tijdens het klimmen of andere ac-
tiviteiten worden gebruikt, zodra er een risico bestaat dat het kind zich stranguleert/
blijft hangen, mocht het ergens met de helm blijven haken.
• Uw helm werd speciaal ontwikkeld voor bescherming tijdens fietsen
3
2
4
,rollerskaten
en steppen
. De helm mag niet voor andere sporten of het motor-
rijden
5
worden gebruikt.
• Houd u er rekening mee, dat de helm alleen kan beschermen als deze goed past.
Probeer bij de koop absoluut verschillende maten uit.
• Denk eraan dat ondanks de juiste instelling een helm niet altijd voldoende bescher-
ming kan bieden tegen alle letsels.
• De helm moet in regelmatige intervallen op zichtbare gebreken gecontroleerd wor-
den.
• Na iedere ernstige botsing, slag of diepe kras moet de helm vervangen worden,
omdat hij daar door zijn beschermende functie verliest.
• Een verandering of verwijdering van originele delen van de helm kan de bescher-
mende werking extreem verminderen. De helm mag niet veranderd worden om
toevoegingen aan te brengen op een niet door de fabrikant aanbevolen manier.
• Het binnenkussen met lauw water en milde zeep reinigen en vervolgens aan de lucht
laten drogen:
• Hoge temperaturen (reeds vanaf 60°C) kunnen de helm ernstig beschadigen. Een
oneffen oppervlak en het vormen van blaasjes op de helm zijn tekenen van een zulke
beschadiging. Niet onder ruiten, bijv. in de auto, of in de buurt van verwarmings- of
warmtebronnen bewaren.
Gebruiksaanwijzingen
1. De juiste positie van de helm
• De helm moet steeds horizontaal op uw hoofd zitten. (Afb. A)
• Zit de helm te ver in uw voorhoofd, kan uw zicht belemmerd worden.
• Zit de helm te ver achteren, wordt uw voorhoofd niet voldoende beschermd. (Afb. B)
2. Instelling van de met een hand te bedienen maatafstelling
Het geïntegreerde instelsysteem voor verschillende maten kan d.m.v. een draaiknop op het
achterhoofd traploos ingesteld worden (Afb. C):
• kleiner = naar rechts draaien
• groter = naar links draaien
1
, skateboarden
20
3. Instelling van de riem
• Open de riemsluiting. (Afb. D)
• De riemsluiting moet zo ingesteld worden dat de riemen strak maar comfortabel
zitten. De riemsluiting moet onder het oor zitten; de riemen mogen de oren niet
verdekken.
• Sluit de riemsluiting. (Afb. E)
Door een open riemsluiting kan de helm in het geval van een onge-
val verschuiven en dus geen voldoende bescherming meer bieden!!!
4. Instelling van de kinriem
• De kinriem (Afb. G.3) is correct ingesteld, wanneer u bij het openen van de mond
een lichte druk voelt.
• Zit de kinriem (Afb. G.3) te los, moet de riem op het einde van de sluiting(Afb. G.3)
stakker ingesteld worden.
• Zit te kinriem (Afb. G.3) te strak, moet de riem tevens met behulp van het einde van
de sluiting(Afb. G32) losser ingesteld worden.
Let erop dat de sluiting vóór iedere rit gesloten is !!! (Afb. F)
Denk eraan dat de helm alleen een correcte bescherming biedt, indi-
en hij de juiste maat heeft. Probeer daarom verschillende maten en
kies voor de maat, waar de helm comfortabel en vast op uw hoofd
it.
5. Vizier
• Om het vizier te verwijderen, trekt u voorzichtig de stiften aan het vizier uit de hiertoe
voorziene bevestigingsgaten in de schaal van de helm (Afb. H).
Opgelet: de bevestigingsgaten in de helm kunnen door overmatig
gebruik wijder worden. In dit geval mag het vizier niet meer gebru-
ikt worden.
6. Reiniging
• Chemicaliën, lakken of stickers kunnen het beschermende effect van de helm ernstig
belemmeren.
• Maak uw helm uitsluitend met lauwwarm water, milde zeep en een zachte doek
schoon.
• Laat uw helm na ieder gebruik aan de lucht drogen
Fietshelm SP - 33
21