OPMERKING: U kunt of de MIC-ingang of de LINE-ingang aansluiten. Sluit nooit beide tegelijkertijd op eenzelfde
kanaal.
3. INSERT
Deze mono ingangskanalen dienen voor het aansluiten van signaalprocessors zoals compressors,
ruisonderdukkers of effecttoestellen. Deze ingangen zijn nuttig wanneer u dynamic processing of
nivellering aan de mix wenst toe te voegen. In tegenstelling tot galm, dat meestal aan het droge signaal
wordt toegevoegd, wordt dynamic processing aan het gehele signaal toegevoegd. Deze ingangen kunnen
eveneens als directe uitgang gebruikt worden door de ¼" jack halfweg in de ingang te schuiven zodat de
tip van de plug contact maakt met de ring van de ingang.
4. TRIM-regeling
Met de TRIM-regeling regelt u de ingangsgevoeligheid (kanaalversterking) van de MIC-ingang en de LINE-
ingang van de mono ingangskanalen. Regel deze knop zodat u het ingangssignaal van verscheidene
bronnen kunt ontvangen, van de sterke uitgangssignalen ven een keyboard of drumcomputer tot de
zwakke signalen van een microfoon. Het grote bereik maakt MIC / LINE-schakeling overbodig. De beste
S/R-verhouding en dynamisch bereik verkrijgt u wanneer u de TRIM-regeling op elk kanaal afzonderlijk
regelt zodanig dat de PEAK-led (11) maar af en toe oplicht.
OPMERKING: Draai deze regelknop volledig naar links voordat u een signaal aansluit of ontkoppelt.
5. EQUALIZER
Alle mono ingangskanalen beschikken over een driebands equalizer. De bovenste
(HIGH) en onderste (LOW) potmeters hebben een frequentie van 12kHz
respectievelijk 80Hz. De regelknop voor de middentonen heeft een piekrespons met
een Q van 2 octaven en een frequentie van 2.5kHz. Alle drie banden hebben tot
15dB versterking of verzwakking met een centernok voor 'off'.
6. AUX SEND 1, 2
Zowel AUX SEND 1 als 2 zijn mono en post-EQ. Zij regelen het signaalniveau naar
de AUX-bussen.
• AUX SEND 1 is prefader en het signaal naar AUX 1 blijft onveranderd indien de
fader verplaatst wordt.
• AUX SEND 2 is postfader en het signaal naar AUX 1 wijzigt bij een verplaatsing
van de fader.
Gebruik AUX SEND 2 om de ingangen van een meerkanaals opnemer te voeden of
voor een niet-gebalanceerde lijntoepassing. Voor cuetoepassingen en monitoring
gebruikt u best prefader AUX 1.
8. FX-regeling
Hiermee regelt u het signaalniveau naar de FX-uitgangen en de ingebouwde digitale
effectprocessor. Het FX-signaal kan samen met een externe signaalprocessor (dit
signaal kan naar het mengpaneel teruggestuurd worden via de AUX returningang) of
eenvoudigweg als bijkomende uitgang gebruikt worden.
9. MON-regeling
Met de MON-regeling regelt u via de MON-uitgang de externe monitormix van de
muzikanten.
10. PAN-regeling
De PAN-regeling plaatst de uitgang van een kanaal in het stereobeeld van de mix. Het toestel zorgt ervoor
dat er zich geen discrepanties in het niveau voorkomen, of een signaal nu langs een kant, centraal of
ergens tussenin staat. De PAN-regeling bepaalt eveneens de plaatsing van het stereosignaal naar bussen
G1-2 indien geselecteerd (14).
PROMIX1212E_v2
22
HQPOWER