selecteer dan met behulp van de toets
of
(9) resp. SKIP*
gewenste track: elke keer dat u op de toets drukt,
springt de CD-speler een track verder resp.
terug. Start vervolgens het afspelen met de toets
resp. PLAY/PAUSE*.
Via de cijfertoetsen (13) van de afstandsbe-
diening kan u de track ook rechtstreeks selec-
teren – zie hoofdstuk 5.3.1.
4) Met de toets
resp. PLAY/PAUSE* kan u
tussen afspelen en pauzestand wisselen. In de
pauzestand knippert de weergave van de speel-
tijd op het display en wordt het pauzesymbool
weergegeven.
5) Om het afspelen te stoppen voor het normale
einde van de CD, drukt u op de toets
STOP* (8).
6) Sluit na gebruik steeds de lade van de CD-speler
om het laser-aftastsysteem tegen verontreiniging
te beschermen. Schakel het toestel vervolgens
uit met de POWER-schakelaar (1).
5.2 Het tracknummer en de speeltijd weer-
geven
Indien u een CD in de lade gelegd hebt, verschijnt
na korte tijd het totale aantal tracks en de totale
speelduur van de CD op het display. Zodra een track
afgespeeld wordt, verschijnen het tracknummer
(TRACK) en de verstreken speeltijd (MIN., SEC.)
van de geselecteerde track op het display.
Aan het einde van de CD schakelt het toestel in
de stopstand en wordt opnieuw het totale aantal
tracks en de totale speelduur van de CD op het dis-
play weergegeven. Deze melding verschijnt ook,
wanneer u het afspelen beëindigt met de toetsen
resp. STOP* (8).
*opschrift op de afstandsbediening
5.6 De track afspelen in een willekeurige
volgorde
De tracks van een CD kunnen niet alleen in opklim-
mende volgorde afgespeeld worden, maar ook in
willekeurige volgorde:
1) Druk op de toets RANDOM (11). Indien de CD-
speler net een track afspeelt, wordt deze tot op
het einde afgespeeld, waarna de volgende track
willekeurig wordt geselecteerd. De selectie kan in
het weergaveveld TRACK van het display opge-
volgd worden, zonder dat er evenwel een extra
melding verschijnt.
Indien de CD-speler in de stopstand staat
[nadat u een CD in de lade hebt gelegd of op de
"
toets
resp. STOP (8) gedrukt], start u met de
toets RANDOM het afspelen van een willekeurig
geselecteerde track.
2) Het afspelen in willekeurige volgorde wordt
beëindigd, wanneer elke track van de CD één
keer gespeeld is. Daarna schakelt het toestel in
de stopstand.
Om de functie voortijdig te beëindigen, drukt u
opnieuw op de toets RANDOM (na afspelen van
de geselecteerde track wordt de CD in opklim-
mende volgorde verder afgespeeld). U kan de
functie ook beëindigen door op de toets
STOP (8), OPEN/CLOSE (6) of door op een van
de cijfertoetsen (13) van de afstandsbediening te
drukken.
Opmerkingen:
Bij het afspelen in willekeurige volgorde kan u met
de toets
(9) resp.
(16) niet meer naar de
vorige track terugspringen. Het toestel keert enkel
terug naar het begin van de track. Bovendien kan u
met versneld achteruit zoeken niet verder dan het
begin van de geselecteerde track zoeken.
5.7 Een zelf samengestelde reeks tracks pro-
grammeren
Wenst u van een CD slechts bepaalde tracks te spe-
len, eventueel ook in een andere volgorde, dan
moet u de gewenste reeks tracks programmeren.
5.3 Een track selecteren
Door een track te selecteren, kan u
of
(16) de
1. de CD met een bepaalde track starten,
2. tijdens het afspelen of vanuit de pauzestand naar
een track naar keuze springen of
3. voor de programmering van een zelf samenge-
stelde reeks tracks de betreffende tracks selecte-
ren.
5.3.1 Het tracknummer invoeren
De eenvoudigste manier om de tracks te selecteren,
is via de cijfertoetsen (13) van de afstandsbedie-
ning, bijvoorbeeld:
Track toetsen
4.
4
"
resp.
10.
10
16.
+10
20.
+10
23.
+10
Let hierbij in elk geval op de verschillende functie
van de toetsen
steeds op een andere cijfertoets drukken.
5.3.2 Vooruit of achteruit naar tracks gaan
Door telkens kort op de toets
te drukken, springt de CD-speler een track verder.
Drukt u eenmaal op de toets
springt het toestel naar het begin van de geselec-
teerde track terug. Door verschillende keren op de
toets
eenkomstig aantal tracks teruggesprongen.
Om over verschillende tracks te springen, kan u
op de afstandsbediening de betreffende toets ook
ingedrukt houden. (Wanneer u de overeenkomstige
"
toets op de CD-speler ingedrukt houdt, volgt ver-
sneld vooruit en achteruit zoeken.)
5.7.1 Programmeren
1) Om een zelf samengestelde reeks tracks te pro-
grammeren, moet de CD-speler in de stopstand
staan – op het display verschijnt het totale aantal
tracks en de totale speelduur van de CD. Druk
eventueel op de toets
2) Druk op de toets MODE (10) of PROGRAM (15):
op het display verschijnt de melding "PRO-
GRAM" en in plaats van een tracknummer de
melding "00", gevolgd door het geheugenplaats-
nummer "P : 01".
3) Selecteer de eerste track naar keuze vanop de
afstandsbediening met de cijfertoetsen (13), de
toetsen SKIP
de CD-speler met de toetsen
(9). De geselecteerde tracknummer
verschijnt in het weergaveveld TRACK van het
display.
4) Druk opnieuw op de toets MODE of PROGRAM.
De eerste track is hiermee geprogrammeerd.
Selecteer de tweede track naar keuze en bewaar
hem met de toets MODE of PROGRAM onder
het geheugenplaatsnummer "P : 02".
5) Herhaal deze procedure voor alle volgende
tracks naar keuze. Een track kan ook meerdere
"
resp.
keren, dit wil zeggen onder verschillende geheu-
genplaatsnummers, geprogrammeerd worden.
Op deze manier kan u maximaal 21 tracks selec-
teren (Na het geheugenplaatsnummer "P : 21"
verschijnt opnieuw het nummer "P : 01".)
5.7.2 De geprogrammeerde reeks controleren,
wijzigen of aanvullen
1) Wanneer de CD-speler in de stopstand staat, kan
u door verschillende keren op de toets MODE
(10) of PROGRAM (15) te drukken, de volledige
programmering weergeven. Bij elke druk op de
toets gaat u zo een geheugenplaats verder.
2) Wenst u een andere track onder het reeds ge-
selecteerde geheugenplaatsnummer op te slaan,
selecteer dan gewoon de track naar keuze.
3) Wanneer minder dan 21 tracks opgeslagen wer-
den, verschijnt na de laatste geprogrammeerde
6
10
+10
3
10
en
+10
. Na de toets
+10
moet u
(9) of
(16)
of
, dan
resp.
te drukken, wordt een over-
"
resp. STOP (8).
resp.
(16) of onmiddellijk op
resp.
5.4 Versneld vooruit en achteruit zoeken
Met de toetsen
en
toetsen SCAN
en
(17) kan u zowel tijdens
het afspelen van de CD als vanuit de pauzestand
versneld vooruit of achteruit zoeken. Houd hiervoor
de betreffende toets ingedrukt. Deze zoekfunctie
werkt ook over de verschillende tracks, maar stopt
bij het bereiken van het begin resp. het einde van
de CD.
5.5 Een track of een volledige CD herhalen
U kan een afzonderlijke track op de CD, de volledige
CD of een geprogrammeerde reeks tracks (zie
hoofdstuk 5.7) continu herhalen.
1) Om een afzondelijke track te herhalen, drukt u
eenmaal op de toets MODE (10) of REPEAT (14):
de geprogrammeerde of geselecteerde track
wordt nu continu herhaald. Op het display wordt
de melding "REPEAT 1" weergegeven.
2) Om de volledige CD of een geprogrammeerde
reeks tracks te herhalen, drukt u een tweede keer
op de toets MODE of REPEAT. Op het display
verschijnt de melding "REPEAT ALL".
3) Om de herhalingsfunctie uit te schakelen, drukt u
een derde keer op de toets MODE of REPEAT. U
kan de functie ook uitschakelen door op de toets
"
OPEN/CLOSE (6) of
resp. STOP (8) te druk-
ken.
Opmerkingen:
a) Wanneer de CD-speler in de stopstand staat
(nadat u een CD in de lade hebt gelegd of op de
"
toets
resp. STOP gedrukt), roept u met de
toets MODE de programmeermodus op. Druk
"
eerst op de toets
resp. STOP om deze functie
weer te uit te schakelen. Selecteer vervolgens
een track en start het afspelen ervan. Druk nu
opnieuw op de toets MODE.
b) Bij herhaald afspelen van een afzonderlijke track,
kan u met versneld vooruit en achteruit zoeken
niet verder dan het begin resp. het einde van de
betreffende track zoeken.
track de melding "00" in het veld TRACK op het
display. U kan de geprogrammeerde reeks tracks
nu nog met een of meerdere tracks aanvullen.
Selecteer hiervoor het gewenste tracknummer
en sla op met de toets MODE of PROGRAM.
5.7.3 De geprogrammeerde reeks tracks afspelen
1) Na de programmering of na een eventuele con-
trole van de geprogrammeerde reeks, kan u het
afspelen starten met de toets
PAUSE (7).
2) Na het afspelen van de geprogrammeerde reeks
tracks schakelt de CD-speler in de stopstand. U
kan nu de geprogrammeerde reeks tracks (druk
op de toets MODE resp. PROGRAM, en vervol-
gens op de toets
resp. PLAY/PAUSE) of
alle tracks van de CD (druk enkel op de toets
resp. PLAY/PAUSE) opnieuw afspelen.
3) Zolang u de CD-speler niet uitschakelt of de CD-
lade niet opent, blijft de geprogrammeerde reeks
tracks bewaard. Wenst u, wanneer opnieuw alle
tracks van de CD afgespeeld worden, de gepro-
grammeerde reeks tracks te herhalen, druk dan
"
eerst op de toets
resp. STOP (8), dan op de
toets MODE resp. PROGRAM en vervolgens op
de toets
resp. PLAY/PAUSE.
Opmerkingen:
a) Bij afspelen van een geprogrammeerde reeks
tracks kan u met de toets
(16) niet van de laatste naar de eerste track
springen (het afspelen stopt in dat geval) of met
de toets
resp.
van de eerste naar de
laatste track springen (de CD-speler keert dan
enkel naar het begin van de track terug).
b) Met versneld achteruit zoeken kan u niet verder
dan het begin van de geselecteerde track zoe-
ken.
5.7.4 De geprogrammeerde reeks wissen
Om een geprogrammeerde reeks tracks te wissen,
opent u de CD-lade met de toets OPEN/CLOSE (6)
of schakelt u het toestel uit met de POWER-schake-
laar (1).
NL
(9) evenals de
B
resp. PLAY/
(9) resp.
15