NL
6.2.2 Naar een volgende of vorige track gaan
Met de toetsen TRACK (22) kunt u naar volgende of
B
vorige tracks gaan:
– Met de toets +10 springt u 10 tracks vooruit.
– Met de toets
gaat u telkens één track verder.
– Met de toets
springt de cd-speler terug naar
het begin van de geselecteerde track. Door ver-
schillende keren op de toets
telkens een track teruggesprongen.
U kunt de toets
houden om deze functie over verschillende
tracks te laten werken.
6.3 Het tracknummer, de speeltijd, het aantal
beats per minuut en de rustmodus weer-
geven
In de beginstand na inschakelen worden op het dis-
play (fig. 3) tijdens het afspelen van een cd en bij
ingeschakelde pauze het tracknummer (i) en de
resterende tijd (j) van de geselecteerde track weer-
gegeven. Voor weergave van de resterende tijd ver-
schijnt de melding "REMAIN" (m) op het display. De
tijd wordt in minuten (M) en seconden (S) weerge-
geven, waarbij de seconden nog eens in 75 frames
(F) verdeeld zijn (1 frame =
Door verschillende keren kort op de toets TIME/
STOP (5) te drukken, kunt u onderstaande tijdsinfor-
matie opvragen (indien u de toets langer ingedrukt
houdt, schakelt het afspeelmechanisme in de Stop-
stand):
1. drukken op de toets: de verstreken afspeeltijd
van de geselecteerde track (de melding "RE-
MAIN" verdwijnt van het display)
2. drukken op de toets: de resterende speeltijd
van de totale cd ("REMAIN" wordt opnieuw
weergegeven)
3. drukken op de toets: Basisinstelling (weergave
van de resterende tijd van de geselecteerde
track)
6.3.1 Bargrafiek
De bargrafiek (g) geeft de resterende speeltijd van
track resp. cd of de reeds gespeelde tijd van een
primero la tecla 0, después la tecla 7), el aparato
E
selecciona de seguida la canción deseada.
2) Selección de una canción con número de 2 cifras
Con las dos teclas correspondientes, selec-
cione brevemente una tras otra antes de todo la
primera cifra del número de la canción y después
la segunda cifra (por ejemplo para la canción 29,
primero la tecla 2 y después la tecla 9).
6.2.2 Avance y retroceso de una canción
Con las teclas TRACK (22), puede seleccionar una
canción hacia delante o hacia atrás:
– con la tecla +10, salta de 10 canciones.
– con la tecla
; siempre avanza de una canción;
con la tecla
, vuelve al principio de la canción
en curso de lectura. Por varias presiones en la
tecla
, retrocede siempre de una canción.
Para saltar varias canciones, puede también
mantener la tecla
o
6.3 Visualización del número de canción, de
la duración, de la cantidad de beats por
minuto y del modo pausa
Una vez el aparato conectado, en el reglaje de
base, la pantalla (esquema 3) indica durante el
modo lectura y el modo pausa, el número de la can-
ción (i) y la duración restante (j) de la canción en
curso. En la pantalla el mensaje "REMAIN" (m)
señala la duración restante. El tiempo se visualiza
en minutos (M), segundos (S), los segundos se divi-
den en 75 "Frames" (F) [1 frame =
Si presiona varias veces la tecla TIME/STOP (5),
las informaciones de tiempo siguientes se visua-
lizan (si la tecla se mantiene pulsada más tiempo, el
lector pasa en modo paro):
1° presión:
la duración ya reproducida de la canción en
curso (el mensaje "REMAIN" desaparece)
2° presión:
la duración restante de todo el CD ("REMAIN"
aparece de nuevo)
28
track door zijn lengte grafisch weer, in functie van de
tijdsinformatie die op de display met de toets TIME/
STOP (5) werd geselecteerd. De bargrafiek geeft
de laatste 30 seconden van een track aan door over
de volledige lengte te knipperen. Tijdens de laatste
15 seconden gaat de bargrafiek sneller knipperen.
6.3.2 De beatteller
te drukken, wordt
Met de manuele beatteller kunt u het aantal beats
per minuut (BPM = beats per minute) van de gese-
resp.
ook ingedrukt
lecteerde track bepalen:
1) Druk enkele keren op de toets BPM/TAP (21) vol-
gens het ritme van de muziek. Het display wisselt
van de weergave van de snelheidsafwijking (h)
naar het aantal beats per minuut en in plaats van
"PITCH" (f) wordt "BEAT" (e) weergegeven.
2) Om bij het volgende muziekstuk het aantal beats
te meten, drukt u opnieuw enkele keren volgens
het ritme op de toets BPM/TAP. Op het display
verschijnt de nieuwe waarde.
3) Om terug naar de weergave van de snelheidsaf-
wijking te schakelen, houdt u de toets BPM/TAP
ca. 3 seconden ingedrukt tot op het display
opnieuw "PITCH" in plaats van "BEAT" verschijnt.
1
/
seconde).
75
6.3.3 Rustmodus
Wanneer beide afspeelmechanismen langer dan
30 minuten in de pauzestand staan, schakelt het
toestel automatisch in rustmodus. De beide laser-
aftastsystemen zijn dan uitgeschakeld en worden zo
gespaard. Op het display verschijnt de melding
"
alle LED's op de besturingseenheid gaan uit. Door
op een willekeurige toets te drukken, schakelt het
toestel terug naar de normale bedrijfsmodus. De
afspeelmechanismen staan daarna exact op de
plaats van de cd waar ze stonden alvorens de rust-
modus is ingeschakeld.
Opmerking: Indien een afspeelmechanisme in de
3° presión:
reglaje de base (visualización de la duración
restante de la canción en curso)
6.3.1 Barra gráfica
La barra gráfica (g) indica por su longitud, la dura-
ción restante de una canción o del CD, o la duración
ya reproducida de una canción, en función de las
informaciones de tiempo seleccionados con la tecla
TIME/STOP (5) en la pantalla. Parpadea en toda su
longitud para señalar los 30 últimos segundos de
una canción, los 15 últimos segundos se señalan
por un parpadeo más rápido.
6.3.2 Contador de beats
Con el contador manual de beats, puede constatar
la cantidad de beats por minuto (BPM = beats per
minute) de la canción en curso:
1) Pulse la tecla BPM/TAB (21) varias veces según el
pulsada.
ritmo de la música. La pantalla pasa de la indica-
ción del desvió de la velocidad (h) a la cantidad de
beats por minuto y el mensaje "BEAT" (e) aparece
en pantalla y el mensaje "PITCH" (f) desparece.
2) Para medir la cantidad de beats por minuto de la
próxima canción, pulse de nuevo varias veces la
tecla BPM/TAB en función del ritmo. La pantalla
indica el nuevo valor.
3) Para volver a la pantalla del desvió de la veloci-
dad, mantenga la tecla BPM/TAB pulsada 3 se-
gundos más o menos hasta que el mensaje
"PITCH" aparezca y que el mensaje "BEAT" des-
/
segundo].
1
75
aparezca.
6.3.3 Modo pausa
Si los dos lectores están en pausa más de 30 minu-
tos, el aparato pasa automáticamente en modo
pausa. Los dos sistemas láser se desconectan y se
preservan. La pantalla indica "
todas las teclas iluminadas y todos los LEDs de la
unidad de control se apagan. Activando cualquier
tecla, volverá el modo de funcionamiento normal.
Después los lectores están exactamente donde
estaban antes de la activación del modo pausa.
" (slaap), en alle oplichtende toetsen evenals
stopstand staat of in een van de af-
speelmechanismen is geen cd gelegd,
dan schakelt het toestel niet naar de
rustmodus.
" (sueño) y
6.4 De bedrijfsmodus kiezen
6.4.1 Afspelen van een individuele track
Bij het inschakelen van de cd-speler is steeds de
modus Afspelen van een individuele track geac-
tiveerd. Deze instelling is speciaal bedoeld voor DJ-
toepassingen:
1. op het display verschijnt "AUTO CUE SINGLE" (d).
2. Nadat de cd is ingelezen of de track is geselec-
teerd, staat de cd-speler precies op de plaats
waar de muziek begint (niet bij tijdsindex 0:00:00).
Deze plaats wordt automatisch als beginpunt
opgeslagen. Op het display verschijnt hierbij even
de melding "
". Nadat het afspelen van de
track is begonnen, kunt u met de toets BOP (18) of
de toets CUE (19) naar dit beginpunt terugkeren.
3. Na het afspelen van een track schakelt de cd-
speler in pauze precies op de plaats, waar de
muziek van de volgende track begint. Deze plaats
wordt dan als het nieuwe beginpunt opgeslagen.
6.4.2 Afspelen van de volledige cd
Wenst u alle tracks na elkaar continu af te spelen,
schakel dan met behulp van de toets CONT./
SINGLE (6) naar Afspelen van de volledige cd. Het
display wisselt van "AUTO CUE SINGLE" (d) naar
"CONTINUE" (c). Om terug te schakelen naar Af-
spelen van een individuele track, drukt u opnieuw op
de toets CONT./SINGLE.
6.4.3 Relaiswerking
Aan het einde van een track of het einde van een cd
kan automatisch het andere afspeelmechanisme
worden gestart.
Het andere afspeelmechanisme starten aan het einde
van een track
1) Leg eerst een cd in beide afspeelmechanismen.
Druk dan op de toets RELAY (2). De LED boven
de toets knippert.
2) Schakel beide afspeelmechanismen met de toets
CONT./SINGLE (6) naar Afspelen van een indivi-
duele track: op beide displays moet de melding
"AUTO CUE SINGLE" (d) verschijnen.
Ojo: Si un lector está en modo stop, o si no hay
ningún CD insertado en uno de los lectores, el
aparato no pasa en modo pausa.
6.4 Selección del modo de funcionamiento
6.4.1 Lectura canción por canción
Una vez el lector CD conectado, el modo lectura can-
ción por canción siempre está activado; este modo
está especialmente fabricado para una utilización DJ:
1. La pantalla indica "AUTO CUE SINGLE" (d).
2. Después de haber leído un CD o después de la
selección de una canción, el lector CD está exac-
tamente en el punto donde empieza la música
(no en el índice de tiempo 0:00:00).
Este punto se memoriza automáticamente
como punto de arranque; la pantalla indica bre-
vemente "
". Después de arranque de una
canción, es posible volver con la tecla BOP (18)
o la tecla CUE (19) a este punto de arranque.
3. Después de la lectura de una canción, el aparato
se pone de nuevo en modo pausa, exactamente
en el punto en el cual empieza la música de la
canción siguiente. Este punto se memoriza como
nuevo punto de arranque.
6.4.2 Lectura de todas las canciones
Si una canción se reproduce a continuación de otra,
conmute con la tecla CONT./SINGLE (6) en el modo
lectura de todas las canciones. La pantalla pasa de
"AUTO CUE SINGLE" (d) en "CONTINUE" (c). Para
volver al modo de lectura canción por canción, pulse
de nuevo la tecla CONT./SINGLE.
6.4.3 Modo relé
Al final de una canción o de un CD, el segundo lec-
tor puede arrancar automáticamente.
Arranque del otro lector al final de una canción
1) Inserte en los dos lectores un CD, después
active la tecla RELAY (2), el LED encima de la
tecla parpadea.