5. Functies van mecablitz en camera
5.1 Aanduiding van flitsparaatheid
Bij opgeladen flitscondensator licht op de mecablitz de aanduiding van flits-
paraatheid
op en deze geeft daarmee aan dat de flitser gereed is om te
flitsen. Dat betekent, dat voor de volgende opname flitslicht kan worden
gebruikt. De flitsparaatheid wordt ook op de camera overgebracht en zorgt
in de zoeker van de camera voor de betreffende aanduiding (zie 5.3).
Wordt een opname gemaakt voordat in de zoeker van de camera de aan-
duiding voor de flitsparaatheid verschijnt, dan wordt de flitser niet ontstoken
en kan de opname worden onderbelicht als de camera reeds op de flits-
synchronisatietijd omgeschakeld is (zie 5.2).
5.2 Automatische sturing naar de flitssynchronisatietijd
Afhankelijk van het type camera en de erop ingestelde functie wordt bij het
bereiken van de flitsparaatheid de belichtingstijd automatisch omgeschakeld
naar de flitssynchronisatietijd (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Kortere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen niet worden
ingesteld, c.q. worden naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Som-
mige camera's beschikken over een synchronisatiebereik, bijv. van 1/30 s.
tot 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van de camera). Welke synchroni-
satietijd de camera instelt, is dan afhankelijk van de camerafunctie, van de
omgevingshelderheid en de gebruikte brandpuntsafstand van het objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen, afhankelijk
van de ingestelde camerafunctie en gekozen flitssynchronisatie (zie ook
4.8.2 en 4.8.3) worden gebruikt.
Bij verschillende digitale camera's kan met alle belichtingstijden ge-
flitst worden. Een automatische omschakeling naar de flitssynchroni-
satietijd is dan niet nodig, c.q. vindt niet plaats.
56
5.3 Aanduidingen in de zoeker van de camera
Het groene flitssymbool
licht op
Aanduiding om te flitsen, c.q. de flitser in te schakelen.
Het rode flitssymbool
licht op
De flitser is gereed.
Het rode flitssymbool
licht na de opname nog steeds, of dooft slechts kortstondig
De opname werd correct belicht.
Het rode pijlsymbool
knippert na de opname
De opname werd onderbelicht.
Lees in de gebruiksaanwijzing van uw camera na, wat de aanduidin-
gen in de zoeker van de camera voor uw type camera betekenen.
5.4 Aanduidingen in het LC-display
Afhankelijk van het type camera de instellingen en het objectief
daarop kunnen de aanduidingen in het LC-display van de mecablitz
afwijken van de in deze gebruiksaanwijzing afgedrukte voorbeelden!
De Nikon-camera's uit groep A (zie tabel 1) zenden de waarden van de film-
gevoeligheid ISO, brandpuntsafstand van het objectief (mm) en diafragma
naar de mecablitz. Deze past zijn vereiste instellingen automatisch aan. Hij
berekent uit die waarden en zijn richtgetal de maximale reikwijdte van de
het flitslicht. Filtsfunctie, reikwijdte, diafragma en zoomstand vande reflector
worden in het LC-display van de mecablitz aangegeven.
Als de mecablitz wordt gebruikt zonder dat hij gegevens van de camera
heeft ontvangen (bijv. als de camera uitgeschakeld is of wanneer er met een
camera uit groep B wordt gewerkt), dan wordt alleen de gekozen filtsfunctie,
de stand van de reflector en "M.Zoom" aangegeven. De aanduidingen voor
diafragma en reikwijdte komen pas als de mecablitz de vereiste gegevens
van de camera heeft ontvangen.
De aanduidingen voor Auto Zoom, diafrasgma en reikwijdte verschij-
nen alleen met camera's uit groep A (zie tabel 1) als deze van een AF-
objectief, c.q. objectief met CPU zijn voorzien!