FOUTCODES VAN DE PROBLEEMOPLOSSINGSGIDS
Code
Omstandigheid
De batterijspanning is minder
dan 0,5 V vóór het opladen.
Er1
Het opladen begint niet.
De batterijspanning ligt tussen
0,5 en 1,5 V vóór het opladen.
De batterijspanning is
minder dan 11 V na 4 minuten
opladen.
Er2
De batterij is niet vol na 24 uur
opladen.
De batterijspanning is minder
dan 12 V 2 minuten na volledig
opladen.
Er3
De lader raakt oververhit.
OPRUIMEN
Selectieve ophaling van elektrisch en elektronisch afval.
Elektrische producten mogen niet samen met het huishoudelijk afval worden verwijderd. Volgens
Europese Richtlijn 2012/19/UE betreffende de verwijdering van elektrische en elektronische
apparatuur en de toepassing ervan in de nationale wetgeving moeten versleten elektrische
producten apart worden opgehaald en verzameld in daartoe voorziene verzamelpunten.Wend u
tot de plaatselijke autoriteiten of uw verkoper voor advies over de recycling.
Mogelijke oorzaken
De batterij is defect.
De klemmen zijn losgekoppeld
op batterijniveau.
De batterijklemmen raken elkaar.
De batterijspanning komt
niet overeen met de
geselecteerde modus.
De batterij is defect.
De batterij is defect.
Een kabel kan op de batterij
zijn aangesloten.
De laadstroom is erg laag.
De batterij is sterker
gesulfateerd dan de
reconditioneringslimiet.
De omgevingstemperatuur
is hoog.
21
Oplossingen
De batterij vervangen.
Sluit de batterij stevig en
correct aan.
Controleren of de
batterijspanning
overeenkomt met de
geselecteerde modus.
De batterij vervangen.
De batterij vervangen.
De kabel loskoppelen en
het laden opnieuw starten.
Een hogere laadspanning
selecteren.
De batterij vervangen.
Zorgen voor voldoende
ventilatie. De lader hervat het
opladen nadat deze is afgekoeld.