1. Veiligheidsaanwijzingen
Het wordt aanbevolen:
de handleiding gedurende de volledige gebruiksduur van de unit te be-
waren;
de handleiding aandachtig door te lezen, alvorens werkzaamheden op de
unit te gaan verrichten;
Y
Zorg ervoor de limieten op het gegevensplaatje niet te overschrijden.
!
De veiligheidsinrichtingen op het persluchtcircuit komen ten laste
van de gebruiker.
Alvorens onderhoudswerkzaamheden te gaan uitvoeren dient men zich
ervan te verzekeren dat er geen druk meer aanwezig is in de circuits.
Gebruik de unit uitsluitend voor professionele doeleinden en voor het
doel waarvoor deze is ontworpen.
Het is de taak van de gebruiker om alle aspecten van de toepassing waarin
het product geïnstalleerd wordt te analyseren, en alle geldende veilig-
heidsnormen in de bedrijfstak en alle voorschrift en met betrekking tot
het product in de gebruiksaanwijzing en alle andere bij de unit geleverde
documentatie op te volgen.
Het forceren of vervangen van een willekeurige component door onbe-
voegd personeel en/of het oneigenlijk gebruik van de unit ontheff en de
fabrikant van elke aansprakelijkheid en maken de garantie ongeldig.
Iedere huidige en toekomstige aansprakelijkheid voor schade aan perso-
nen, zaken en aan de unit zelf, die het gevolg zijn van nalatigheid van de
operateurs, van het niet naleven van de instructies in deze handleiding,
van het niet toepassen van de geldende voorschrift en met betrekking tot
de veiligheid van de installatie komt te vervallen.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die
te wijten is aan veranderingen en/of wijzigingen van de verpakking.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen dat
de geleverde lijst voor het selecteren van de unit of van onderdelen en/
of opties compleet is, teneinde een correct of redelijkerwijs voorspelbaar
gebruik van de unit of van de onderdelen te garanderen.
Bekijk het identifi catieplaatje op de buitenzijde van de unit om de unit te
identifi ceren (model en serienummer) wanneer er service of vervangings-
onderdelen nodig zijn.
LET OP: de fabrikant behoudt zich het recht voor de informa-
tie in dit handboek zonder enige waarschuwing vooraf te wijzigen.
Voor volledige en actuele informatie raden wij de gebruiker aan het bij
de unit geleverde handboek te raadplegen.
2. Inleiding
Voorwoord
Het is raadzaam deze handleiding aandachtig door te lezen om er zeker
van te zijn dat de unit volgens de instructies van de fabrikant geïnstalleerd
en inbedrijfgesteld wordt.
Transport / Verplaatsing
• Laat de unit niet in de open lucht.
• Verplaats de unit met geschikte middelen die een voldoende
groot hefvermogen hebben (vorkheftruck, enz.).
• Nadat de verpakking verwijderd is, stoten tegen de machine
vermijden, hierdoor kunnen de interne onderdelen beschadigd
raken.
• De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade die het
gevolg is van veranderingen en/of wijzigingen van de verpakking.
Inspectie
Van zodra u de waterafscheider ontvangt, moet u de staat ervan controleren;
als u enige schade opmerkt, brengt u de transporteur daarvan
onmiddellijk op de hoogte, installeer of bedien de waterafscheider niet
en vervang deze onmiddellijk.
Nederlands
3. Assemblage (zie Fig. 1)
N.B.: voor modellen met fl enzen moeten deze, als de optionele set con-
trafl enzen/pakkingen niet is aangeschaft , worden verzorgd door de ge-
bruiker.
3.1 - Nakoeler met afscheider STH
Schroef de afscheider op de uitlaat van de nakoeler op het bochtstuk met
schroefdraad (1-Fig. 3) of nippel (2-Fig. 3).
3.2 - Nakoeler met afscheider SFH/SFV
a) Bevestig de pakking (2) en de controflens (3) aan de luchtingang
van de koeler (1) met behulp van bouten (6).
b) Bevestig de pakking (4) aan de luchtuitgang van de koeler (1)
en koppel hemvervolgens aan de separator (horizontaal of ver-
ticaal), zoals beschreven in de handleiding van de separator zelf
(*) in Fig. 1 toont de positie van de afscheider.
c) Bevestig de pakking (8) en contraflens (5) aan de uitlaat van de
afscheider, door gebruik te maken van de bouten (7).
N.B.: Verbind de thermometer (indien geleverd - voor de positie zie
handleiding van de separator) pas nadat het apparaat is geïnstalleerd (om
breuk te vermijden).
Ga na of de evenwijdigheid tussen de koppelfl enzen correct is, alvorens de
desbetreff ende bouten aan te halen.
3.3 - Nakoeler zonder afscheider
a) Bevestig de pakking (2) en de controflens (3) aan de luchtingang
van de koeler (1) met behulp van bouten (6).
b) Bevestig de pakking (4) en de tegenflens (5) aan de luchtuitlaat
van de koeler (1) door middel van de bouten (7).
4. Installatie (zie Fig. 2, 3, 4)
a) De unit niet in de buitenlucht installeren.
De unit moet worden geïnstalleerd in omgevingen waarin de
op het plaatje vermelde temperatuurlimieten gewaarborgd
worden. Deze limieten moeten onder alle omstandigheden
worden gerespecteerd.
b) De unit moet worden ondersteund door middel van geschikte
steunen.
c) De unit moet worden beschermd (lucht-/gaszijde) door één
of meer veiligheidskleppen die in elk geval waarborgen dat de
druk niet wordt overschreden.
Deze kleppen moeten dusdanig gemonteerd worden dat, in
het geval dat er eventueel vloeistof uitspuit, deze niet op de
operatoren terechtkomt.
d) Als het circuit van de gecomprimeerde vloeistof onderhevig is
aan trillingen, moet de unit worden verbonden met buigzame
slangen of dempers, of moet zij zodanig op het circuit worden
aangesloten dat de trillingen worden opgeheven.
Als het circuit onderhevig is aan drukpulsaties met een omvang
van meer dan 10% van de nominale druk, moeten zij onder deze
limiet worden teruggebracht door verbinding met pulsatiedem-
pers.
Tijdens de levensduur van de eenheid mag het aantal cycli met
een nominale 0-druk de 1000 niet overschrijden.
e) De lucht in de omgeving van de unit mag geen vaste of gasvor-
mige vervuilingen bevatten. Elk pers- of condensgas kan zuren
of chemische producten produceren, die de unit zouden kunnen
beschadigen.
Let op zwavel, ammoniak en chloor, en bij installatie in omge-
ving van zeewater. Neem voor adviezen of hulp contact op met
de fabrikant.
f) Zorg voor goede steunen voor de in- en uitgangsleidingen van
de lucht/het gas indien deze gevaarlijke druk uitoefenen op de
aansluitpoorten en/of -flenzen.
g) Zorg voor geschikte beschermingen tegen seismische schok-
ken indien de unit in een seismisch gebied is geïnstalleerd.
WFN
13