Storing
In de koelruimte is het te
koud.
De koelmachine wordt steeds
vaker en langer ingeschakeld.
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert
niet.
De indicatie brandt niet
De temperatuur
in de verskoelruimte
is te koud of te warm.
x
72
Eventuele oorzaak
De temperatuur is te koud ingesteld.
De deur van het apparaat werd te vaak
geopend.
De be en ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Stroomuitval.
De zekering is uitgeschakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
De vaste instelling is te warm of te
koud ingesteld (bijv. bij vorst in de
verskoelruimte).
Oplossing
Temperatuur warmer instellen (zie hoofdstuk
„Instellen van de temperatuur").
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
Afdekkingen verwijderen.
Toets Aan/Uit indrukken.
Controleren of er stroom is.
Zekering controleren.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
De temperatuur in de verskoelruimte kan warmer of
kouder worden ingesteld.
Temperatuur instellen:
1. Apparaat uitschakelen met de Aan/Uit-knop 1.
2. Aan/Uit-knop 1 en temperatuurinsteltoets 2
tegelijkertijd ca. 2 seconden ingedrukt houden.
Op de temperatuurindicatie 4 brandt „88".
Wanneer de temperatuurindicatie uitgaat,
de toetsen loslaten.
3. Op temperatuurindicatie 4 verschijnen
de temperatuurstanden.
Temperatuurstanden:
▯
Stand 0 – koudste instelling
▯
Stand 6 – warmste instelling
▯
Stand 4 – fabrieksinstelling (rond 0 °C)
4. De temperatuurinsteltoets 2 meermaals
indrukken tot de gewenste temperatuurstand
wordt weergegeven.
De ingestelde temperatuur wordt na één minuut
opgeslagen. De indicatie schakelt op de ingestelde
koelruimtetemperatuur.
Aanwijzingen
▯
De cijfers op de indicatie komen niet overeen
met de temperaturen in °C in de verskoelruimte.
▯
Als de temperatuurindicatie niet knippert, zijn
de toetsen per ongeluk te lang ingedrukt
gehouden. Het apparaat weer uitschakelen
en van voren af aan beginnen zoals hierboven
beschreven.