Geluidsinstelling
De volgende geluidseffecten kunnen toegevoegd worden aan de audio output.
Naar een meer natuurlijk
klinkend geluid luisteren (Re-
master)
Het re-masteren vergroot de weergaveband en verwerft een
hogere bitdiepte voor de weergave van een natuurlijk en
expansief geluid dat dicht bij de originele muziek staat.
≥ De fabrieksinstelling is "Off".
Druk op [RE-MASTER] om "On"/"Off" te
selecteren.
Direct modus
Dit toestel kan ingangssignalen via het kortst mogelijke pad
uitzenden, zonder deze zijn digitale signaalprocessor (DSP)
te laten passeren. Hierdoor wordt een betrouwbare
hogekwaliteitsweergave van het oorspronkelijke geluid
mogelijk.
≥ De fabrieksinstelling is "Off".
Druk op [DIRECT] om "On"/"Off" te selecteren.
Instellen van de sampling-
frequentie
U kunt een bovenlimiet op het bereik van de
uitgangssamplingfrequentie instellen. Houd er echter
rekening mee dat het bereik dat verwerkt kan worden
verschilt, afhankelijk van de versterker of de D/A-omzetter.
Raadpleeg voor details de gebruiksaanwijzing van het
verbonden apparaat.
≥ De fabrieksinstelling is "32kHz-192kHz".
Voorbereidingen
≥ Zet "Digital Output" op "On".
1
Druk op [SETUP].
2
Druk herhaaldelijk op [3, 4] om "D.Output
fs" te kiezen en druk vervolgens op [OK].
3
Druk op [3, 4], selecteer een item en druk
op [OK].
≥ U kunt een sampling-frequentie van 96 kHz of 192 kHz
selecteren.
20
(176)
Minimaliseert
audiovervorming
Als geluidsvervorming optreedt terwijl de analoge audio-
ingangen gebruikt worden, zet deze verzwakker dan op
"On".
≥ De fabrieksinstelling is "Off".
1
Druk op [SETUP].
2
Druk herhaaldelijk op [3, 4] om
"Attenuator" te kiezen en druk vervolgens op
[OK].
3
Druk op [3, 4] om "LINE1" of "LINE2" te
selecteren.
4
Druk op [2, 1] om "On" te kiezen en druk
vervolgens op [OK].
Audio-uitgang uitschakelen
Door de audio-uitgang van ongebruikte aansluitingen uit te
schakelen, wordt ruis geminimaliseerd en is het mogelijk om
met een hogere audiokwaliteit af te spelen.
≥ De fabrieksinstelling is "On".
1
Druk op [SETUP].
Om de digitale audio-uitgang uit te schakelen:
Druk herhaaldelijk op [3, 4] om "Digital Output" te
kiezen en druk vervolgens op [OK].
Om de analoge audio-uitgang uit te schakelen:
Druk herhaaldelijk op [3, 4] om "Analog Output" te
kiezen en druk vervolgens op [OK].
Om de uitgang van de systeemaansluiting uit te
schakelen (SE-R1):
Druk herhaaldelijk op [3, 4] om "Digital Link" te kiezen
en druk vervolgens op [OK].
2
Druk op [3, 4] om "Off" te kiezen en druk
vervolgens op [OK].
≥ Selecteer "On" om de uitgang weer in te schakelen.
≥ Afhankelijk van de muziekbron die u afspeelt, kan het zijn dat de
toegepaste instelling minder doeltreffend is.
≥ Afhankelijk van de muziekbron die u afspeelt, is het misschien niet
mogelijk de gewenste audiokwaliteit en geluidsveldeffect te
verkrijgen. Schakel deze functie in dergelijke gevallen uit.
≥ Noch de Re-master modus noch de Direct modus kunnen op "On"
gezet worden.
≥ Als "Digital Output", "Analog Output" of "Digital Link" op "Off" gezet
zijn, zal geen geluid uitgegeven worden.
≥ Als een hoofdtelefoonstekker aangesloten is, is het niet mogelijk
de analoge audio-uitgang uit te schakelen, zelfs als "Analog
Output" op "Off" gezet is.
≥ Het kan even duren om audio uit te geven als u de audiokwaliteit
afgesteld heeft.