TIME WARP gebruiken
U kunt de functie Time Warp gebruiken om het geluid van het apparaat
automatisch in een loop af te spelen zodat u eerder afgespeelde
patronen kunt oproepen.
1 Druk op de knop [TIME WARP].
De knop [TIME WARP] verandert van een gedimd wit licht in een felwit
licht.
Een voorbeeld van de lengte van het patroon wordt op het display
getoond.
! Als u tijdens het afspelen van een patroon op de knop [TIME
WARP] drukt, speelt het apparaat af tot aan de vierde beatindicator
(de knop [TIME WARP] knippert) en gaat het naar de Time Warp-
modus (de knop [TIME WARP] gaat branden).
! Als het apparaat in de Time Warp-modus staat, kan het patroon niet
worden gewijzigd.
2 Draai aan de draaiknop.
Het voorbeeld van het patroon kan in verschillende lengtes worden
afgespeeld: [1 Bar], [2 Bars], [3 Bars], [4 Bars].
De lengte van het patroon waarvan een
voorbeeld moet worden afgespeeld
3 Druk op de gewenste pad om het voorbeeld af te
spelen.
Het apparaat speelt de loop volgens de lengte die u in stap 2 heeft
opgegeven af vanaf de pad die werd ingedrukt.
Het voorbeeld van de pads met fel licht zal worden afgespeeld. De
pads met een gedimd licht kunnen worden geselecteerd om het
voorbeeld te starten. Het voorbeeld kan niet worden gestart bij pads
waarvan het licht niet brandt.
! Telkens als u op een pad drukt, start het voorbeeld opnieuw.
! Om een voorbeeld te stoppen, drukt u op de knop [g] (stoppen).
! De lengte van een pad is 1 Bar.
4 Druk op de knop [PATTERN].
Het apparaat gaat naar de Save-modus en het licht van de knop
[PATTERN] wordt groen.
De pad van het huidige patroon wordt fel verlicht. De pads met
opgeslagen patronen hebben een gedimd licht. De pads gaan niet
branden als er geen patronen zijn opgeslagen.
5 Druk op de gewenste pad om het patroon waarvoor
het voorbeeld wordt afgespeeld, op te slaan.
Het patroon wordt opgeslagen en de pad waarop u heeft gedrukt, gaat
branden.
! Een patroon kan niet worden opgeslagen op de pad met het huidige
patroon.
6 Druk opnieuw op de knop [PATTERN] om de Save-
modus te verlaten.
Het licht in de knop [PATTERN] wordt gedimd en groen.
7 Druk opnieuw op de knop [TIME WARP] om de Time
Warp-modus te verlaten.
De knop [TIME WARP] verandert van een felwit licht in een gedimd wit
licht.
Het begin van het voorbeeld
Een project opslaan
1 Druk op de knop [GLOBAL].
De knop [GLOBAL] gaat branden en op het display verschijnt het
menu GLOBAL.
2 Draai aan de draaiknop om [Save As] te selecteren
en druk erop.
! Selecteer [Save] om het project te overschrijven.
3 Druk op de knop [c]/[d] om de cursor te verplaatsen
en draai aan de draaiknop om het karakter te wijzigen.
Geef het project een naam door deze stap te herhalen.
! U kunt alfanumerieke karakters, symbolen of een spatie invoegen.
! Om een karakter vóór de cursor te verwijderen, houdt u de knop
[SHIFT] ingedrukt en drukt u op de knop [BACK].
! Om een spatie in te voegen vóór de cursor, houdt u de knop
[SHIFT] ingedrukt en drukt u op de draaiknop.
! Wanneer u een bestaand project opent, verschijnt de naam ervan
op het display.
4 Druk op de draaiknop.
Het project wordt opgeslagen.
13
Nl