NL
-
leg het te zagen materiaal op de zaagwagen en
begin te zagen.
2 2 0 0
12. Laser meter
ATTENTIE !
LASER APPARAAT KLASSE IIIA
635 nm, < 5 mW
Met behulp van de lasermeter kan u sneller zagen.
Dit lasersysteem duidt namelijk de zaaglijn aan op
de zaagwagen.
ATTENTIE !
DE LASER IS INGESCHAKELD ZODRA DE
MACHINE OP HET STROOMNET WORDT
AANGESLOTEN.
ZAGEN MET DE LASER
-
de spanning van de machine inschakelen
-
de zaaglijn op het te zagen materiaal op de
laserlijn leggen
-
zagen zoals beschreven in de paragraaf
"VLAK ZAGEN"
2 2 1 1
ATTENTIE !
VERPLAATS DE LASER NOOIT OP ZODANIGE
WIJZE DAT DE STRAAL IN DE OGEN VAN DE
BEDIENER KOMT.
KIJK NIET MET HET BLOTE OOG IN DE
LASERSTRAAL EN KIJK ER OOK NIET NAAR
MET OPTISCHE INSTRUMENTEN.
DE LASERSTRAAL RICHTEN
De laserstraal kan worden bijgericht als deze niet
correct de zaaglijn aanduidt.
Ga als volgt te werk om de laserstraal aan te
passen:
-
draai de drie schroeven los waarmee de
lenshouder vastzit, zodat u deze kunt bewegen
(foto 22)
2 2 2 2
-
leg een perfect rechte referentie op de zaaglijn
van het zaagblad (foto 21).
-
steek de met de machine meegeleverde
inbussleutel van 5 mm in de inbusopening op
de lenshouder (foto 22).
-
draai de lenshouder met de sleutel totdat de
straal samenvalt met de snijlijn van de slijpschijf
(foto 21).
ATTENTIE !
ZORG
ERVOOR
AFSTELLINGEN DE LASERSTRAAL NIET OP DE
OGEN VAN DE BEDIENER WORDT GERICHT
ATTENTIE !
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK
WORDNE GESTELD VOOR GEBRUIK VAN DE
LASER
DAT
VOORGESCHREVEN EN BEDOELDE GEBRUIK.
14
DAT
TIJDENS
AFWIJKT
VAN
DEZE
HET