Opmerking : De sirene moet naar de voorkant van de wagen worden gericht. De sirene mag
NOOIT worden gemonteerd met de voorkant naar boven gericht.
2. Boor twee gaten van 4.5mm voor de bevestiging van de montagebeugel. Bevestig de beugel
op het voertuig met de meegeleverde schroeven en sluitringen.
3. Monteer dan de sirene op de beugel met de meegeleverde bouten, sluitringen en veerringen.
Regel de montagehoek en span de bouten aan.
B. Installatie van de LED indicator
De LED indicator moet op een goed zictbare plaats worden gemonteerd, bv. bovenop het
dashbord of in de middenconsole. Laat achter de LED indicator minimum 1.5cm ruimte over
voor de behuizing van de LED. Boor een gat van 8mm wanneer u een geschikte plaats heeft
gevonden. Stop de draden van de LED erdoor en duw de behuizing van de LED erin. Leid de
draden naar de sirene.
C. Installatie van de drukschakelaars onder de motorkap of het kofferdeksel
Om de motorkap te beveiligen kunt u de goudkleurige drukschakelaar gebruiken. Zoek in de
omgeving van de kofferdichting en de radiator naar een effen, metalen oppervlak. Boor een gat
van 7mm en bevestig er de drukschakelaar in zodat hij in contact staat met de motorkap
wanneer die gesloten wordt. Om het kofferdeksel te beveiligen, zoekt u in de omtrek van de
kofferdichting een effen metalen oppervlak om de zelftappende drukschakelaar te bevestigen.
Boor een gat van 6mm en gebruik een dopsleutel van 11mm om de drukschakelaar in de plaat
te draaien.
Opmerking : Monteer de pin op een geschikt deel van het chassis met een goede aarding.
Indien het systeem reageert op stroomverbruik, dan zal het licht onder de motorkap en het
kofferdeksel het systeem in werking stellen zodra 1 van de 2 wordt geopend. In dit geval is het
dus niet nodig om drukschakelaars te installeren.
D. Installatie van de 9V back-up batterij
Open het batterijvak van de sirene en breng een 9V alkalinebatterij in. Verbind de batterij met
de batterijclip en sluit het andere uiteinde aan op het alarmsysteem. De back-up batterij is NIET
meegeleverd.
E. Stickers
Kleef de stickers aan de binnenkant van uw venster om dieven af te schrikken. De meeste
dieven zullen uw wagen niet aanraken wanneer ze de stickers zien.
3. Bedrading
Houd de bedrading afgescheiden van de bewegende motoronderdelen, uitlaatpijpen en
hoogspanningskabels. Bescherm de draden met kleefband op de plaats waar ze door gaten in
het koetswerk lopen. Zo zorgt u ervoor dat ze niet worden doorgesneden. Pas op voor scherpe
randen want die kunnen de draden beschadigen en kortsluiting veroorzaken.
A. Hoofdbedrading
1. Rode draad – Systeemvoeding (+12V constant)
De rode draad voedt het systeem. Verbind deze draad met een +12V bron van de zekering.
SP500B
8
VELLEMAN