Programmeren van de radiotelegrafie
Programmeren van de radiotelegrafie
Neem ook de gebruiksaanwijzingen van de ontvangers en andere
zenders in acht.
1.)
Programmeren van de zender
1.1) Ingebruikname bij de eindklanten
Indien nog geen zender in de ontvanger is geprogrammeerd,
kunt u na de stroomtoevoer iedere willekeurige zender van het
SELVE intronic-programma programmeren.
Druk gelijktijdig op de OP- en NEER-toets van een
willekeurige zender. Daardoor wordt de zender tijdelijk
geprogrammeerd.
Druk nu kort de PROG-toets, om de zender vast te
programmeren.
De zender is nu definitief geprogrammeerd en blijft ook bij
scheiding van het net geprogrammeerd.
Aanwijzing: Bij de eerste ingebruikname wordt zonder een
tijdelijke indeling van de zenders geen radiobevel geëvalueerd.
Zo lang u geen zender vast heeft geprogrammeerd, kunt u de
tijdelijke indeling door een scheiding van het net opheffen.
Attentie: Let erop, dat u niet meerdere ontvangers van een
voorhanden installatie gelijktijdig programmeert, omdat zich
anders alle ontvangers alleen van één zendkanaal laten
besturen.
1.2) Verdere zender in de ontvanger programmeren
Druk bij een reeds geprogrammeerde zender de
3 sec.
PROG-toets ongeveer 3 seconden lang in (wacht
tot het zendcontrolelampje eenmaal knippert). Ver-
volgens bevindt zich de ontvanger voor 1 minuut in
programmeergereedheid.
117
NL