Lamineerprocedure
♦
Leg de foliehoes of de foliegeleider
foliehoes tegen de folieformaatstop
♦
Schuif de twee delen van de folieformaatstop
formaat. Zo voorkomt u dat de foliehoes scheef in het apparaat getrokken
wordt.
OPMERKING
►
Indien de folie toch scheef in het apparaat getrokken wordt, gebruik dan de
"Antiblokkeerfunctie", zoals beschreven in het hoofdstuk Antiblokkeer-
functie (ABS).
♦
Schuif nu de foliehoes langzaam in de sleuf voor handmatige folietoevoer
♦
Wanneer u de foliehoes een paar centimeter in de foliesleuf
ven, wordt deze automatisch verder naar binnen getrokken. Laat de folie-
hoes los zodra u merkt dat deze automatisch naar binnen wordt getrokken.
LET OP
►
Zorg ervoor dat aan de voorkant van het lamineerapparaat minstens
45 cm ruimte vrij blijft.
Anders kan de foliehoes na het lamineren niet volledig uit het lamineerap-
paraat worden geschoven. De gelamineerde foliehoes kan dan beschadigd
raken.
♦
De gelamineerde foliehoes wordt via de foliesleuf
raat naar buiten geschoven.
OPMERKING
►
Alleen na het heetlamineren: Als de gelamineerde folie uit de
foliesleuf
de vorm ervan gemakkelijk veranderen. Laat de foliehoes daarom na het
lamineren eerst een paar minuten afkoelen, voordat u deze aanraakt.
►
Om het lamineerresultaat te verbeteren, kunt u op de nog hete foliehoes
een boek, een dossiermap of een ander zwaar, glad voorwerp leggen.
Zo wordt het oppervlak glad en onberispelijk.
♦
Als u wilt stoppen met lamineren, zet u de aan-/uitknop
♦
Trek de stekker uit het stopcontact.
■
42
NL│BE
│
0
van het lamineerapparaat wordt geschoven, is hij heet en kan
1
. Leg de rechter- of linkerkant van de
4
(gesloten kant vooraan).
4
samen tot het gewenste
0
van het lamineerappa-
7
5
.
5
hebt gescho-
op "OFF" (O).
ULG 300 B1