-
Draai de unit om en verwijder de brandercassette (8) van de ventilatorunit;
-
Controleer de brandercassette op slijtage, vervuiling en eventuele breuk. Reinig de
brandercassette met een zachte borstel en een stofzuiger. Vervang bij breuk altijd de hele
brandercassette (8);
De volgende handelingen moeten voorzichtig uitgevoerd worden in verband met
de kwetsbaarheid van de terugslagklep*.
-
Na het verwijderen van de brandercassette (8) wordt de terugslagklep (12) zichtbaar.
Controleer de nu zichtbare terugslagklep of deze niet vervormd is en aan de gehele
omtrek volledig afsluit (zie fi g. 13.e). De klep moet vrij kunnen bewegen. Vervang de klep
indien de klep niet goed afsluit. Volg daarbij de instructies die bij het nieuwe onderdeel zijn
meegeleverd.
11
8
9
10
-
Vervang de pakking (9) tussen brander (8) en bovenbak (10) ;
-
Vervang de pakking (11) tussen bovenbak (10) en wisselaar (Let op de positie fi guur 13.f):
-
Controleer de venturi (13) op vervuiling en reinig deze, indien noodzakelijk, met een zachte
doek in combinatie met een stofzuiger.
Als de luchtkast sterk vervuild is met stof, is het aannemelijk dat de ventilatorwaaier ook vervuild
is. Om deze te reinigen moet de ventilator gedemonteerd worden van de bovenbak. De zwarte
deksels NIET demonteren. Reinig de waaier met een zachte borstel en stofzuiger. Vervang
daarbij de pakking en let op tijdens het monteren van de ventilatoronderdelen dat de nieuwe
pakking juist gemonteerd wordt.
Montage geschiedt in omgekeerde volgorde.
Figuur 13.d
13
Figuur 13.g
ALLEEN VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR
12
Figuur 13.e
Figuur 13.f
12
Figuur 13.h
65