Stel het afvoersysteem samen met uitsluitend de onderdelen uit het Duopass programma.
Combinaties met andere merken of systemen zijn, zonder schriftelijke goedkeuring van ATAG
Verwarming, niet toegestaan.
Afschot
Het afvoersysteem dient bij horizontale delen altijd onder afschot (50 mm/m) naar de ketel
aangebracht te worden, zodat zich geen condenswater in het afvoersysteem kan verzamelen.
Door het teruglopen van het condenswater naar de ketel is de kans op ijspegelvorming aan de
dakdoorvoer minimaal. Bij horizontale uitmondingen dient het toevoersysteem onder afschot
naar buiten geplaatst te worden om inregenen te voorkomen. Het plaatsen van een extra
condensopvanginrichting in het afvoersysteem is overbodig.
De ketel kan, wanneer het in bedrijf is, een witte condenspluim produceren. Deze
condenspluim is onschadelijk maar kan, met name bij uitmondingen in de gevel,
als hinderlijk ervaren worden. Daarom verdient een bovendakse uitmonding de
voorkeur.
Bij toepassing van afvoercategorie B23 en B33 moet een luchtfi lter en
toesteladapter 80/80 (als accessoire leverbaar met art.nr. DFL080KU en
RA10T0P0) op de ketel geplaatst worden. De beschermingsgraad van de ketel is
dan IPX0D in plaats van IPX4D.
46
ALLEEN VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR