Reserveonderdelen - Sundstrom SR 500 Mode D'emploi

• Houd met de andere hand de buis van de
stromingsmeter vast, zodat de buis vanuit de zak
recht omhoog steekt (Fig. 30).
• Lees de positie van de kogel in de buis af. De kogel
moet op dezelfde hoogte of net boven de bovenste
aanduiding op de buis staan (175 l/min) (Fig. 31).
Als de minimumstroming niet wordt behaald,
controleer dan of
- de stromingsmeter rechtop wordt gehouden,
- de kogel onbelemmerd kan bewegen,
- de zak goed rondom de slang afdicht.
Controle van alarm
Het product dient te waarschuwen als er een obstakel
in de luchtstroming aanwezig is.
• Blokkeer de luchtstroming door het bovenste deel
van de zak vast te pakken of door de afvoer van de
stromingsmeter af te sluiten (Fig. 32).
• De ventilator dient nu een alarm te produceren met
geluids- en lichtsignalen en trillingen.
• Wanneer de lucht weer onbelemmerd kan stromen,
worden de alarmsignalen automatisch na 10-15
seconden uitgeschakeld.
3.8 De apparatuur opzetten
Na montage van de filters, controle van de werking en
aansluiting van het gezichtsonderdeel kunt u het
product opzetten. Lees de gebruiksaanwijzing voor het
gezichtsonderdeel voordat u het product opzet.
• Zet de ventilator op en pas de band aan zodat de
ventilator stevig en comfortabel achter op uw middel
zit (Fig. 33).
• Start de ventilator.
• Zet het gezichtsonderdeel op.
• Zorg ervoor dat de ademhalingsluchtslang langs uw
rug loopt en niet gedraaid zit (Fig. 33).
Bij gebruik van een volgelaatsmasker moet de slang
rond uw middel en omhoog naar uw borstkas lopen
(Fig. 34).
Wanneer er een halfgelaatsmasker wordt gebruikt,
moet de slang over uw rug en schouders worden
geleid. Slang SR 951, zie Afb. 35. Slang SR 952, zie
Afb. 36.
3.9 De apparatuur afzetten
Verlaat het verontreinigde gebied voordat u het product
afzet.
• Zet het gezichtsonderdeel af.
• Zet de ventilator uit.
• Maak de band los en neem de ventilator af.
Na gebruik moet het product worden gereinigd en
gecontroleerd. Zie 4 Onderhoud.
4. Onderhoud
Degene die verantwoordelijk is voor reiniging en onder-
houd van het product dient een geschikte opleiding te
hebben gevolgd en goed vertrouwd te zijn met dit soort
taken.
4.1 Reinigen
Voor het dagelijkse onderhoud adviseren we het reini-
gingsdoekje SR 5226 van Sundström. Als er grondiger
moet worden schoongemaakt of ontsmet, ga dan als
volgt te werk:
• Monteer de plugkit. Zie 3.5 e.
• Gebruik een zachte borstel of spons en een
afwasmiddelsopje of iets dergelijks.
• Spoel het product schoon en laat het drogen.
Opgelet! Reinig nooit met een oplosmiddel.
4.2 Opslag
Na reiniging dient het product droog, schoon en op ka-
mertemperatuur te worden bewaard. Vermijd direct zon-
licht. De stromingsmeter kan binnenstebuiten worden
gekeerd en als bewaarzak voor het gezichtsonderdeel
worden gebruikt.
4.3 Onderhoudsschema
In het onderstaande schema wordt aangegeven
aanbevolen aan welke minimumeisen voor onderhoud
moet worden voldaan om ervoor te zorgen dat de
apparatuur altijd naar behoren werkt.
Visuele controle
Controleren van de werking
Reinigen
Vervangen van pakkingen

4.4 Reserveonderdelen

Gebruik altijd originele onderdelen van Sundström.
Breng geen wijzigingen aan het product aan. Gebruik
van niet-originele onderdelen of modificatie van het pro-
duct kan de bescherming en de goedkeuringen voor het
product teniet doen.
4.4.1 Vervangen van deeltjesfilters/
gasfilters/combinatiefilters
De deeltjesfilters moeten uiterlijk worden vervangen als
ze verstopt zijn. De ventilator registreert dat als dit
gebeurt en waarschuwt op de manier die wordt
beschreven bij 3.6 onder Bedrijf/functie. De gasfilters
dienen bij voorkeur te worden vervangen volgens een
vast schema. Als er op de werkplek geen metingen
worden uitgevoerd, moeten de gasfilters eenmaal per
week worden vervangen of vaker als men de reuk of
smaak van verontreinigingen in het gezichtsonderdeel
ervaart.
Denk eraan dat de filters/combinatiefilters altijd
tegelijkertijd moeten worden vervangen en door
dezelfde typen en klassen. Ga als volgt te werk:
• Zet de ventilator uit.
• Draai het filter/combinatiefilter los.
• Haal de voorfilterhouder los (Fig. 37).
• Vervang het voorfilter in de houder. Reinig indien
nodig.
• Het deeltjesfilter SR 510 wordt als volgt
losgemaakt van het verloopstuk:
o Neem het filter met één hand beet.
o Plaats de duim van de andere hand aan de
onderzijde van het verloopstuk bij de halfronde
opening
(Fig. 38).
o Wrik het filter daarna los (Fig. 39).
• Ga als volgt te werk om het deeltjesfilter SR 510
uit het gasfilter te halen:
o Pak het gasfilter met één hand vast.
o Steek een munt of een ander plat voorwerp,
bijvoorbeeld het filterverloopstuk, in de naad
tussen het deeltjesfilter en het gasfilter.
Voor Na Jaarlijks
gebruik gebruik
• •
•
•
•
•
95