10. Het bewaren van levensmiddelen in de
koelruimte
Bewaar levensmiddelen op borden, in verpakkingen of in daarvoor geschikte
vershoudbakjes.
Verdeel de levensmiddelen gelijkmatig over het apparaat. Let erop dat de le-
vensmiddelen niet in aanraking mogen komen met de achterwand van de koel-
ruimte, aangezien dit tot ijs- of condensvorming kan leiden.
Laat hete levensmiddelen afkoelen voordat u ze in de koelkast zet om het ener-
gieverbruik niet te verhogen.
Plaats geen serviesgoed met hete gerechten in de koelruimte, omdat het ser-
viesgoed hierdoor kan barsten.
Levensmiddelen die gemakkelijk vreemde geuren opnemen, zoals boter, melk
en kwark, en levensmiddelen met een sterke geur, zoals vis, gerookte etenswa-
ren en kaas, in goed gesloten verpakkingen bewaren.
Levensmiddelen dienen afhankelijk van hun soort en gevoeligheid in de juiste
koelzone te worden bewaard.
Het bewaren van groenten met een hoog vochtgehalte kan neerslaan van wa-
terdamp op de verpakking / vershoudbakjes van de groente tot gevolg hebben.
Hierdoor wordt de juiste werking van de koelruimte echter niet beïnvloed.
Groente moet goed afgedroogd worden, voordat u deze in de koelruimte legt.
Een hoog vochtgehalte in de groente (bv. bladgroente, komkommer) verkort de
houdbaarheid.
Let er bij het opbergen van levensmiddelen op dat deze niet de binnenwanden
aanraken. Vermijd overmatig vullen van de koelvakken.
11. Reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor een elektrische schok!
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok door span-
ningvoerende onderdelen.
Voor het begin van reinigingswerkzaamheden moet
de temperatuur van het koelgedeelte absoluut op
0 worden gezet en moet de stekker uit het stopcon-
tact worden getrokken (trek hierbij aan de stekker,
niet aan de kabel). Als deze niet bereikbaar is, moet
de in de huisinstallatie aanwezige zekering uitge-
schakeld worden.
DE
FR
NL
ES
IT
75 van 134