1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om Sample ID (monster-ID) te selecteren en
bevestig uw keuze.
3. Druk op
of
om te selecteren
Optie
Beschrijving
Automatic Er wordt automatisch een volgnummer aan elk monster
toegewezen.
Manual
Er is een toetsenbord of een barcodescanner nodig om
voorafgaand aan een meting de naam van de monster-ID in te
voeren (maximaal 15 karakters).
Selecteer de gegevensuitvoer
Gegevens kunnen worden opgeslagen of verzonden naar een printer of
pc.
1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om 'Data Output' (gegevensuitvoer) te selecteren en
bevestig uw keuze.
3. Druk op
of
om te selecteren
Optie
Beschrijving
Deactivated
Selecteer 'Deactivated' (uitgeschakeld) als er geen printer of
pc is aangesloten.
For Printer
Selecteer 'Dot matrix printer' (matrixprinter) of 'Thermal
printer' (thermische printer).
For Computer Selecteer Terminal, LabCom of LabCom Easy. De LabCom-
software stuurt meerdere modules, pH- en
geleidbaarheidsmeters, automatische buretten,
monsternameapparaten etc. aan vanaf een computer. De
LabCom Easy-software leest pH- en
geleidbaarheidsgegevens vanaf een pc.
132 Nederlands
of
om SYSTEM (systeem) te
of
om SYSTEM (systeem) te
De datum en tijd instellen
De datum en tijd kunnen worden gewijzigd in het menu 'Date / Time'
(datum/tijd).
1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om 'Date / Time' (datum/tijd) te selecteren en
bevestig uw keuze.
3. Druk op en om naar de volgende stap te gaan en druk op
om een waarde te wijzigen. Bevestig.
De datum en tijd worden in het display weergegeven.
Displaycontrast instellen
1. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
2. Druk op
of
om 'Display contrast' (displaycontrast) te selecteren
en bevestig uw keuze.
3. Druk op en om het contrast van het display in te stellen en
bevestig uw keuze.
Temperatuur instellen
De temperatuurmeting kan worden ingesteld op 25 °C (77 °F) en/of
85 °C (185 °F) om de nauwkeurigheid te vergroten.
1. Plaats de elektrode en een geijkte thermometer in een bak met water
van circa 25 °C en laat de temperatuur stabiliseren.
2. Vergelijk de op de meter uitgelezen temperatuur met die van de
geijkte thermometer. Het verschil is de afstelwaarde voor de meter.
Voorbeeld: geijkte thermometer: 24,5 °C; meter: 24,3 °C.
Afstelwaarde: 0,2 °C.
3. Voer de afstelwaarde voor de uitlezing van 25 °C in:
a. Druk in het hoofdmenu op
selecteren. Bevestig.
of
om SYSTEM (systeem) te
of
om SYSTEM (systeem) te
of
om SYSTEM (systeem) te
of