1. Houd de reactor onderwater en draai hem op z'n kop. Start dan de pomp om alle lucht uit de behuizing te
halen.
2. Als de lucht eruit is moet de reactor+ bevestigd worden aan een glazen ruit met de rubber zuignap.
3. Verbind de CO
leiding aan het verbindingsstuk (Afb. 1, Nr. 4).
2
4. De stroming door de reactor kan gecontroleerd worden door aan de reactor behuizing te draaien. Wanneer
men dit doet moet de CO
Let op: De reactor moet volledig met water gevuld zijn.
5. Draai aan de circulatie pomp. Waarschuwing: Sluit de CO
lekkage te voorkomen.
3.
Instellen / Aanpassen
Voordat de CO
reactor in gebruik genomen wordt, moet het reduceerventiel bevestigd zijn aan de CO
2-
Zodra het reduceerventiel, de bellenteller, de terugslagklep en de CO
reactor ingesteld worden.
1. Draai aan de circulatiepomp om de stroming opgang te brengen.
2. Open het ventiel van de CO
3. Pas de werkdruk aan naar 1 - 2 bar bij het reduceerventiel. De werkdruk van de regulator moet ingesteld
worden op 1.5 bar.
4. Open langzaam het naaldventiel van het reduceerventiel. Terwijl u dit doet, controleert u de stroming bij de
bellenteller.
5. De initiële stroming zou ongeveer 30 bellen/minuut moeten zijn. Controleer de pH-waarde van het aquarium.
6. De CO
stroomt de reactor in en zal oplossen in de waterstroming.
2
7. Bepaal het CO
gehalte in het water doormiddel van een pH controller of een pH test. Verhoog dagelijks de
2
hoeveelheid bellen per minuut tot het gewenste CO
het gewenste CO
niveau bereikt is en behouden wordt. De juiste hoeveelheid CO
2
behulp van tabel 1.
Controleer de pH-waarde regelmatig en pas de hoeveelheid CO
Het CO
gas in de gasfles is 99,8% pure koolstof dioxide. De overige 0.2% zijn stikstof, zuurstof en andere
2
onoplosbare gassen. Deze onzuiverheden worden verzameld in de CO
verminderen. Een lucht gaatje laat deze gassen automatisch ontsnappen wanneer ze een bepaalde concentratie
bereiken. Hierdoor verlaten regelmatig gasbellen de reactor, dit is volledig normaal en nodig.
Het verhogen van de carbonaathardheid (alkaliniteit)
Aquarium water, zou altijd een minimum carbonaathardheid moeten hebben, bij zoetwater 4 – 6 °KH (1.5 – 2
mmol/l) en bij zeewater het liefst 7 °KH of hoger. Onder dit limiet kan de pH-waarde van het water niet
gestabiliseerd
worden.
carbonaathardheid kunnen verlagen. Als er over veen producten gefilterd wordt dient men wekelijks de
carbonaathardheid van het water te controleren. Als de carbonaathardheid onder de 4° in zoetwater, of 6 ° in
zoutwater, moet dit verhoogd worden. Wij bevelen de buffer tabletten Aqua Medic aqua+ KH aan.
4.
Het optimale CO
De hoeveelheid CO
die opgelost kan worden in het water hangt af van de carbonaathardheid (alkaliniteit) en
2
de pH-waarde van het water. Hoe hoger de carbonaathardheid hoe hoger het CO
waarde. Let op dat hoge waardes koolstofdioxide kunnen lijden tot het stikken van vissen en andere zeewater
dieren.
16
leiding goed beetgehouden worden zodat deze niet losschiet.
2
fles.
2
Biologische
processen
gehalte
2
leiding af met een terugslagklep om water
2
reactor correct geïnstalleerd zijn kan de
2-
niveau bereikt is. Het kan enkele dagen duren voordat
2
bellen aan waar nodig.
2
-reactor+ en kunnen de efficiëntie
2
produceren
voortdurend
2
kan bepaald worden met
2
organische
zuren
die
gehalte, bij dezelfde pH-
2-
fles.
de