GENERATORS
WAARSCHUWING
Het bedieningspaneel is voorzien van max. 10 meter
kabel. Deze lengte mag niet zelf worden veranderd
daar anders bedieningsproblemen kunnen optreden.
4.3
wisselstroom
De wisselstroom aansluitingen zitten op 4 van fig. 16.
De generator kan de volgende spanningen leveren:
115V - 50 Hz. (parallelle aansluiting)
230V - 50 Hz. (seriële aansluiting)
Het is dus mogelijk de generator op twee manieren aan
te sluiten.
1 -
Parallelle aansluiting. (fig. 19)
De spanning (115 V) kan afgetakt worden van P1 en F2.
2 -
Seriële aansluiting. (fig. 20)
De spanning (230 V) kan afgetakt worden van P1 en F2.
-
Het is ook mogelijk, bij seriële aansluiting, om
tegelijkertijd 115 V af te takken van F1 en F2 of P1 en P2
èn 230V van P1 en F2. Zie fig. 21.
WAARSCHUWING
In geval van seriële gebruik kan slechts de helft van
het maximale vermogen per aansluiting worden
afgenomen.
-
Zorg dat de som van de belastingen het nominale
vermogen niet overstijgt.
-
Automatische zekeringen dienen in alle gevallen
te worden gebruikt volgens onderstaande tabellen.
Enkele stroomafname
Hz
50
TAB 1
60
50
60
Opm.:
In deze gevallen is slechts één
automatische zekering vereist.
Dubbele stroomafname
TAB 2
Hz
50 115/230
60 120/240
Opm.:
In
deze
automatische zekeringen te worden gebruikt, zie fig.
20 en 21. Voor de waarden zie tabel 2.
V
W
A
115
7600
66
120
8500
70,8
230
7600
33
240
8500
41.7
V
W
A
7600
33
8500
35,4
gevallen
dienen
twee
4.4
hoofdschakelaar
Een keuzeschakelaar dient gemonteerd te worden indien
u wilt kunnen overschakelen van generator- naar
walstroom (fig. 22).
5. HIJSEN
Voor het verplaatsen of hijsen van de generator is een
hijsoog voorzien (1 van fig 23).
GEVAAR
Het hijsen op andere dan de aangegeven plaats kan
schade aan de generator of omkasting opleveren en/
of gevaar voor omstanders.
IS 9000 - 9500
37
-
-