Nice Industrial D-pro Automatic Mode D'emploi page 77

Aansluiting
A: VOEDINGSKABEL met CEE-stekker
B: MOTORKABEL
C: Kabel KNIPPERLICHT
D: Kabel fotocel
E: Kabel SLEUTELSCHAKELAAR
F: Spiraalkabel voor onderloopbeveiliging
Opmerking 1 – Wanneer de voedingskabel langer is dan 5 m, is het noodzakelijk om een grotere diameter te gebruiken.
VOEDINGSKABELAANSLUITING
Aansluiting 3-fasige uitvoering
L1 L2 L3 N
3
X1
L1, L2, L3, N is een CEE-stekker van 16 A aangesloten.
De stroomaansluiting naar de D-PRO Automatic kan ook met een optionele
3-fasige hoofdschakelaar worden uitgevoerd. Dan kan de CEE-stekker bij
montage worden verwijderd.
Indien niet reeds aanwezig, moet de voedingskabel op klem X1 (L1, L2, L3, N)
en op klem PE worden aangesloten.
WAARSCHUWING: De stroomaansluiting moet op locatie door smeltzekeringen
van 3 x 16 A zijn beveiligd.
1-fasige motor aansluiten
1
5
4
C
U
Aansluitplaats op D-PRO X8
WAARSCHUWING: De omschakelbrug 230/400 V aan de onderzijde van de printplaat moet op 230 V zijn vastgesoldeerd! Codenummers NDCC1200 tot
NDCC1299 van de besturingen D-Pro Automatic zijn in de fabriek naar 230 V omgezet en worden geleverd met voorgemonteerde printplaat op X8 voor de
aansluiting van de condensators.
TABEL 1 - Technische specificaties elektriciteitskabels (afb.
Kabeltype
Motor < 1,5 kW 5 x 0,75 mm
Motor > 1,5 Kw 5 x 1,5 mm
Voor aandrijfmotoren van Nice zijn overeenkomstige
kabels als toebehoren verkrijgbaar.
2 x 0,75 mm
4 x 0,5 mm
3 x 2 x 0,25 mm
Nice-spiraalkabel als toebehoren verkrijgbaar
PE
2
A
5
D
PE
L2 L3 N
V W L1 L2
2
2
(voor knipperlicht)
2
2
2
Aansluiting 1-fasige uitvoering
L1 L2
4
X1
Op klemmen L1 (fase) en L2 (N) en de PE-klem is een VEILIGHEIDSSTEKKER
aangesloten. De stroomaansluiting kan ook met de optionele hoofdschakelaar
worden uitgevoerd. Dan kan de VEILIGHEIDSSTEKKER bij montage worden
verwijderd. Bij gebruik van een 200 V/DC-rem moet op klem X1 een brug van
L2 (N) naar N worden geplaatst.
Functies en parameters
Op de besturing D-Pro Automatic kunnen verschillende parameters in de
installatiefase of voor de bediening worden gekozen. Veel functies kunnen met
de correcte waarde van de betreffende parameters worden ingeschakeld.
De parameters kunnen via de DIP-schakelaars en de druktoetsen aan de
achterzijde van de dekselprintplaat worden gewijzigd en het resultaat verschijnt
op het display.
Meer informatie hierover, alsmede de parameterlijst, treft u aan in de bijlage van
deze handleiding.
Controle draairichting
BELANGRIJK: De industriële deur moet met de noodbediening 50 cm worden
geopend om bij een verkeerd ingestelde draairichting te voorkomen dat de
dragende kabel (sectionele deuren) eraf springt of dat het lamellen (roldeuren,
het doek bij snellopende deuren) wordt omwikkeld.
Nu kan het apparaat worden ingeschakeld (CEE-stekker insteken).
Test met de druktoetsen OMHOOG en OMLAAG de draairichting in het
dodemansbedrijf. Indien de looprichting niet overeenkomt met de pijlrichting
van de ingedrukte druktoets, moet in parameter 75 de betreffende draairichting
worden gewijzigd (P 75 = 2).
3
B
U
V
W
Maximale lengte
1 m (Opmerking 1)
5 - 7 - 11 m
10 m
15 m
10 m
4 m
N
PE
A
PE
U V W L1 L2 L3 N
C
D
B
Nederlands – 3