AMR
De caloriebehoefte bij activiteit (AMR = Active Metabolic Rate) is de hoeveelheid energie die het lichaam in
actieve toestand per dag verbruikt. Het energieverbruik van een mens stijgt bij toenemende lichamelijke acti-
viteit en wordt bij de diagnoseweegschaal bepaald aan de hand van het aangegeven activiteitsniveau (1-5).
Om het huidige gewicht te behouden, moet de verbruikte energie in het lichaam in de vorm van eten en
drinken weer worden aangevuld.
Wanneer over langere tijd minder energie wordt toegevoerd dan wordt verbruikt, haalt het lichaam het ver-
schil in wezen uit de aangelegde vetreserves. Hierdoor neemt het gewicht af. Als gedurende langere tijd
echter meer energie wordt toegevoerd dan volgens de berekende caloriebehoefte bij activiteit (AMR) nodig
is, kan het lichaam het energieoverschot niet verbranden en wordt het overschot in het lichaam opgesla-
gen als vet. Hierdoor neemt het gewicht toe.
Trends in de resultaten
Houd er rekening mee dat alleen de langetermijntrend van belang is. Gewichtsschommelingen op korte
termijn binnen enkele dagen worden over het algemeen veroorzaakt door vochtverlies.
Bij de interpretatie van de resultaten wordt uitgegaan van veranderingen in het totaalgewicht en in het per-
centage lichaamsvet, het percentage lichaamswater en de spiermassa, en de tijdsduur waarin deze veran-
deringen hebben plaatsgevonden.
Snelle veranderingen binnen enkele dagen moeten worden onderscheiden van veranderingen op middel-
lange termijn (binnen enkele weken) en veranderingen op lange termijn (binnen enkele maanden).
In principe geldt dat veranderingen van het gewicht op korte termijn bijna uitsluitend veranderingen van
het watergehalte zijn, terwijl veranderingen op middellange en lange termijn ook het vetpercentage en de
spiermassa kunnen betreffen.
• Als het gewicht op korte termijn afneemt, terwijl het percentage lichaamsvet toeneemt of gelijk blijft,
hebt u alleen vocht verloren – bijv. na een training, een bezoek aan de sauna of een dieet dat enkel
gericht is op snel afvallen.
• Als het gewicht op middellange termijn toeneemt en het percentage lichaamsvet afneemt of gelijk blijft,
kunt u echter waardevolle spiermassa hebben opgebouwd.
• Als het gewicht en het percentage lichaamsvet tegelijk afnemen, werkt uw dieet – u verliest vetmassa.
• In het ideale geval begeleidt u uw dieet met lichamelijke activiteit, fitness- of krachttraining. Daarmee
kunt u op middellange termijn uw spiermassa vergroten.
Aanwijzing: lichaamsvet, lichaamswater of spiermassa mogen niet worden opgeteld (spierweefsel
bevat ook bestanddelen van lichaamswater).
10. Overige functies
Gebruikerstoewijzing
Bij het meten van uitsluitend het gewicht (met schoenen) en bij de diagnosemeting (blote voeten) is het
toewijzen van maximaal 8 aangemaakte weegschaalgebruikers mogelijk.
Bij een nieuwe meting wijst de weegschaal de meting toe aan de gebruiker bij wie de laatst opgeslagen
meetwaarde binnen +/- 2 kg ligt. Als het gewicht van meerdere gebruikers slechts +/- 2 kg van elkaar ver-
schilt, wordt geprobeerd de gebruiker aan de hand van diens laatst opgeslagen lichaamsvetpercentage
toe te wijzen. Als de percentages eveneens niet eenduidig kunnen worden toegewezen, wordt de meting
bij de onbekende metingen opgeslagen.
Onbekende metingen
Als metingen niet aan een gebruiker kunnen worden toegewezen, slaat de weegschaal deze gemeten
waarden op als onbekende metingen. Op de display wordt bij de initialen "
maximaal 20 onbekende metingen op de weegschaal worden opgeslagen.
Met de app kunt u onbekende metingen wissen of direct aan de betreffende gebruiker toewijzen.
Toegewezen gemeten waarden op de weegschaal opslaan
Als de app geopend is en er een actieve Bluetooth-verbinding met de weegschaal aanwezig is, worden
nieuw toegewezen metingen meteen naar de app verzonden. De waarden worden in dit geval niet op de
weegschaal opgeslagen.
20
" weergegeven. Er kunnen