6.2.
Batterijen plaatsen
U kunt het apparaat ook op batterijen (niet meegeleverd) la-
ten werken. U heeft daarvoor vier 1,5 V batterijen nodig van
het type AA, R6.
Open het batterijvak aan de achterzijde van het appa-
raat door het klepje omlaag te schuiven.
Leg de vier batterijen in het vak en let daarbij op de po-
lariteit (de minpool ligt tegen de veer aan).
Schuif het klepje weer op het batterijvak.
Worden de batterijen te zwak, dan wordt dit in het display
door het knipperende symbool
6.3.
Oortelefoon aansluiten
Aan de linkerzijde van het apparaat bevindt zich de oor-/
hoofdtelefoonaansluiting
Sluit hierop de meegeleverde in-ear hoofdtelefoon of
een andere hoofdtelefoon met 3,5 mm klinkstekker aan.
De luidspreker wordt dan automatisch uitgeschakeld.
aangegeven.
.
NL
FR
DE
19 van 134